Overvloed

Onze zeearenden jagen er op los. Dat moet ook wel want onze kuuks groeien snel! Dankzij jullie, de kijkers, weten wij wat er allemaal naar het nest wordt gebracht. Laten we even kijken wat er tot nu toe allemaal is gevangen door de zeearenden.

Populaire prooien

Ik heb eens even gekeken wat voor prooien er genoemd worden vanaf 19 april tot en met vandaag. Met stip staat grauwe gans pul op 1. Dat is logisch. Er zijn er veel van en de jongen groeien snel, dus je hebt nu al grotere pullen, maar ook nog steeds kleintjes, net uit het ei. Ruime keuze in prooigrootte dus. Daarnaast is vis populair, vooral brasem. Dat komt omdat die nu in ondiep water hun eieren afzetten. Dat gespetter met zilverkleurige lijven moet een onweerstaanbaar gezicht zijn voor de jagende zeearend! Ook meerkoet staat vaak op het menu. Hoewel meerkoeten felle rakkers zijn, die ook goed kunnen duiken, kunnen ze niet tegen de zeearend op. Ze blijven hangen als een grote, dreigende paraplu boven de plek waar een meerkoet ondergedoken is. Na een paar duiken, is de meerkoet buiten adem en grijpt de zeearend hem.

Bijzondere vangsten

De zeearenden brengen ook wel eens wat anders op het nest; er zitten natuurlijk ook honderden vogels in de zomerpolders van de Alde Feanen. Zo was gisteren te zien dat er een (regen)wulp werd gebracht. En enige tijd terug werd er ook een haas en zelfs een ree(kalfje) geserveerd. Beetje afwisseling op het menu houdt het lekker, moet je maar denken.

Waarom zeearend?

‘Waarom heet de zeearend, zeearend? Want hij zit helemaal niet op zee.’ Een terechte vraag. Laten we eerst eens kijken hoe onze buren hem noemen. Duiters: Seeadler (meer arend). Italianen: Aquila di mare (arend van de zee). Noren, Denen en Zweden: Havørn / Havsörn (zee arend). Friezen: See earn (zee arend) en Goes-earn (ganzen arend). Tsjechen: Orel morsky (arend zee). Spanjaarden: Àguila marina (arend zee). Nou goed, je krijgt een idee. Gelukkig zijn er ook nog een paar landen lekker dwars, zij hebben de vliegende deur vernoemt naar zijn witte staart. Fransen: Pygargue à queue blanche (arend met witte staart). Engelsen: White-tailed Eagle (witstaart arend). Ergens heeft iedereen wel gelijk. Toen de zeearend als soort voor de wetenschap beschreven werd door Linnaeus in 1758, werd zijn wetschappelijke naam Haliaeetus albicilla. Dat is afgeleid van de Grieske woorden ‘halos’ wat ‘zee’ betekent en ‘aetos’ wat ‘arend’ betekent. Ook zijn de Latijnse woorden ‘albus’ en ‘cilla’ erin verwerkt, die betekenen ‘wit’ en ‘staart’.

Zeearenden waren vroeger een stuk minder algemeen dan nu. Ze werden vooral waargenomen voor rotskusten aan zee.

Stel je vraag aan ons

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies