Over dit gebied
Na de Franse tijd zocht de vermogende landadel naar mogelijkheden om winst te maken met hun grondbezit. In Oldeberkoop leidde dit tot grootschalige aanleg van bossen door de familie Willinge Prins.
De landbouwcrisis heerste toen volop, waardoor agrarisch gebruik niet loonde. Bos daarentegen wel, vooral met de bloeiende eikenhakhoutcultuur in Zuidoost Friesland. De takkenbossen werden verkocht aan bakkers voor hun ovens en het looizuur uit de barst werd gebruikt in de huiden- en leerindustrie.
Na WOII kwam het Lendebos in handen van de jurist Spaanders uit Tytsjerk. Deze familie had weinig met het natuurgebied, waardoor mevrouw Spaanders-Polak erfgenamen het wilden verkopen. De financiering was eerst een probleem, maar door een schenking van de Nationale Postcodeloterij is het bos in 2012 aangekocht door It Fryske Gea.
Prachtig gevarieerd bos bij Oldeberkoop
Het Lendebos omvat zo’n 40 hectare met bos, heide, moeras én dassenburchten. Tevens rusten veel reeën in het beschutte struikgewas, maar ook ontsnapte damherten van hertenkampjes uit Oranjewoud zoeken steeds vaker hun toevlucht in het Lendebos. Het gebied wordt door It Fryske Gea in ere gehouden en verder ontwikkeld voor meer variatie. De ruim aanwezige Japanse Lariksen is uitgedund, zodat beuken en eiken meer ruimte krijgen. Ook groeit hier de hazelaar, vuilboom, gelderse roos en de wilde kardinaalmuts. Wat er nog meer groeit? Planten als dalkruid, salomonszegel, de blauwe bosbes, brede stekelvaren. Zelfs de zeldzame koningsvaren en bosgierstgras, liggend walstro, tormentil en moerasviooltje zijn waargenomen.
