Over dit gebied
Leg op een geschikte plaats langs de kust van het IJsselmeer een paar eilanden aan en boek direct resultaat. It Fryske Gea deed dat in de Bocht fan Molkwar. Sindsdien zie je hier schraalgrasland, riet, ruigten en de opgespoten zandplaten. De vogels kwamen als vliegen op stroop, op de kunstmatige eilandjes af.
De eilandjes zijn van groot belang voor de kemphaan. Rond april overnachten hier soms 15.000 kemphanen. Kleine plevier, bontbekplevier, kluut en kolonievogels als visdief, kokmeeuw en zilvermeeuw zijn de andere vaste bewoners. Ook bijzondere pioniers onder de planten vinden hier een goed plekje, zoals fraai duizendguldenkruid, geelhartje en sierlijk vetmuur.
Vogelkijkhut aan de IJsselmeerkust
De wandeling door het rietmoeras voert ons naar vogelkijkhut De Swan met uitzicht op de ondiepe baai met de drie eilanden en de strook langs de zeedijk. De ligging van de hut is ideaal voor het spotten van vogels. Het hele jaar door vind je hier watervogels, zoals pijlstaart, smient en slobeend, dodaars, zaagbek en nonnetje. Ook aalscholver en knobbelzwaan – de inspirator tot de naam van de hut – zijn het hele jaar aanwezig. De kleine zwaan arriveert eind september. Langs de Friese IJsselmeerkust worden soms meer dan tweeduizend kleine zwanen geteld, dat is zo’n twintig procent van de wereldpopulatie. Ze eten de wortelknolletjes van het fonteinkruid (kranswieren) en verdwijnen als de knollen op zijn.
Het riet kent zijn eigen vogelbevolking. Vaste broedvogels zijn grauwe gans, baardman, rietzanger, waterral en bruine kiekendief. Rietvogels als baardmannetje zijn het hele jaar door te zien. Bij laag water loopt de waterral rond of onder de hut. De roerdomp is geregeld te zien en de laatste jaren jaagt de velduil al vroeg in de schemer boven het grasperceel en de zeedijk. Kortom, er is hier genoeg te zien en te horen. Pak je verrekijker en thermoskan met hete koffie/thee en geniet van het prachtige uitzicht.