Over dit gebied
In 1953 werd It Fryske Gea eigenaar van de Diakonievene. In het beheer richtte de vereniging zich voornamelijk op het spontane begrazen door Galloway runderen, dit betekent dat de koeien hun eigen graasplek uitzoeken.
De plassen in dit gebied zijn volledig afhankelijk van regenwater. Hierdoor kan in de winter het peil soms heel hoog zijn. Er ligt een stuwwal om het waterrijke gebied heen, hierdoor heeft het gebied een heuvelachtig aanzicht. Daarnaast hebben al deze plassen en de heide een grote aantrekkingskracht op dieren, zoals de adder, ringslangen en verschillende kikkers.
Ik zie ze zwemmen, vliegen en staan
Op de plassen van dit gebied broeden verschillende vogelsoorten. Je vindt hier de wat kleinere vogels zoals de dodaar, maar ook roofvogels zoals de sperwer, havik en buizerd. Bosbewoners zoals de kleine bonte specht, glanskop, kuifmees en wielewaal vinden net als de kuifeenden hun broedplaats hier. Qua planten is er ook wel wat te vinden, bijvoorbeeld het veenpluis en eenarig wollegras in het vennetje. Mocht je het eens met eigen ogen willen bekijken, voel je zo vrij als een vogel en bezoek de Diakonievene.