De geschiedenis van landgoed Olterterp

Het landgoed Olterterp is een van de vele landgoederen met lommerrijke beplanting, zwierige paden, statige villa’s en neoclassicistische landhuizen die adelsdorp Beetsterzwaag rijk is. It Fryske Gea houdt kantoor in Huize Olterterp, waar ooit de invloedrijke familie Van Boelens resideerde, en is momenteel bezig het omliggende huispark in oude luister te herstellen. De tuin verraadt de hand van Roodbaard. Zijn meesterwerk is een rijke cultuurhistorische erfenis. Een groene parel in het landschap.

Rijke cultuurhistorische erfenis

De geschiedenis van Slot Olterterp is nauw verweven met die van de landadel die vanaf de zeventiende eeuw neerstreek in Beetsterzwaag. Over drie kilometer langs de hoofdstraat vanaf Oud-Beets tot aan Olterterp bepalen de landgoederen met overtuinen het dorpsbeeld. De familie Fockens vestigde zich in 1616 als eerste voorname familie aan de rand van Oud-Beets. De zandrug langs het beekdal Koningsdiep leende zich goed voor bewoning. Aangetrokken door de enthousiaste verhalen streken meer notabelen neer op de brede strook tussen veenmoeras en heide. De wildernis werd getemd, een nieuw Arcadië kreeg vorm.

Ontstaan van aanzienlijke dennenbossen

Na de Fockens maakten de Van Teyens, Van Boelens en de Lycklama’s à Nijeholt hun opwachting, gevolgd door de Van Lyndens en Van Harinxma’s thoe Slooten. In 1721 trouwde Ayzo van Boelens met Rinske Lycklama à Nijeholt. Het familiefortuin groeide daarmee aanzienlijk. Het paar betrok Huize Olterterp. Na de dood van de raadsheer van Friesland liet kleinzoon Ambrosius Ayso van Boelens in 1793 het Slot Boelens bouwen. Hij startte rond 1798 op zijn landgoed Olterterp met de ‘aankweking van grove den’ op grote schaal waardoor aanzienlijke dennenbossen ontstonden die ‘de gehele gedaante van het landschap op de gunstigste wijze herschapen.’ De adel volgde daarmee het voorbeeld van ‘enige Heeren in Engeland’ die volgens hovenier Johann Hermann Knoop ‘op hunne Landgoederen in de schraale Sand- en Heidegronden Pijn- en Denne-bomen zaaijen’. Met goed gevolg, zoals de uitgestrekte bossen rond Beetsterzwaag tot op de dag van vandaag aantonen.

Romantische hoekjes en slingerpaden

In 1788 beschrijft de Tegenwoordige Staat van Friesland het dorp: ‘Beetsterzwaag, een aangenaam en vermaaklyk Dorp, is van rondom met allerlei geboomte beplant, en heeft een zeer schoone en bestraate buurt, waar in verscheidene treflijke huizen gevonden worden. Men heeft hier omstreeks zeer vermaakelijke wandelwegen, onder den lommer van ’t bladrijk geboomte, alwaar men op zijnen tijd, door den helder klinkenden Nachtegaal vervrolijkt wordt.’ Ambrosius Ayso legde de basis voor het huidige parklandschap. Hij liet de tuin om het familieslot inrichten naar de mode van de Engelse landschapsstijl met aangename vijverpartijen waarin het landhuis zich spiegelde, romantische hoekjes en slingerpaden. Werklui die de tuin rond 1800 aanlegden zetten meerdere boompjes in één plantgat, zodat ze met elkaar vergroeid raakten tot een bomenboeket. De truc zorgde ervoor dat de aanplant al heel snel als een parasol voor schaduw zorgde. Een ongebronsde, lelieblanke huid was in die dagen mode in hogere kringen en onderscheidde de notabelen van het gewone volk. De vele lanen geflankeerd door eiken en beuken die het gebied doorkruisten, dienden eenzelfde doel.

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies