Over dit gebied

In de ijstijd ontstonden in Fryslân verschillende pingoruïnes. Pingo’s zijn van oorsprong vorstheuvels. Deze ontstonden tijdens langdurige periodes van extreme kou waarbij de grond permanent bevroren was. Twintigduizend jaar geleden was dit het geval in Ureterp. Toen is de Stokerdobbe gevormd.

De Stokersdobbe, van diep gat naar verland oerbos

Opborrelend grondwater bevroor en werd steeds verder omhoog gedrukt. Hierdoor ontstonden grote ijskolommen, waar de grond vanaf gleed. De ijslenzen smolten later, omdat het klimaat milder werd. Dit werden meertjes, omrand door ringdijkjes die nog steeds zichtbaar zijn. Uiteindelijke groeiden dit water helemaal vol met planten en verlandde langzamerhand.

De Stokersdobbe is zo’n 100 meter in doorsnede en ademt de sfeer van een ondoordringbaar nat wilgenbos. Om deze reden is de dobbe niet opengesteld voor publiek. Je vindt hier gagel, grauwe wilg, zwarte bes en waterviolier. Deze planten groeien in het ondoordringbare deel van het oerbos. Daarbuiten groeit riet, dat jaarlijks gemaaid wordt. Langs de rand groeien moerasplanten, zoals watermunt, moeraswalstro en blauw glidkruid. De broedvogels in dit gebied zijn onder andere de rietgors, matkopmees en grasmus.

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies