Met Fokko Bosker op zoek naar dartelende lammetjes

Het zijn net stuiterballen. De lammetjes van de Drentse heideschapen springen en dartelen rond de ooien als opwindbare poppetjes waarvan de ledematen alle kanten op bewegen. Het stelletje pluizenbollen dat uitgelaten rondjes rent, doet denken aan de potsierlijke capriolen van de Comedy Capers, een komische serie uit de beginjaren van de film. De schaapskooi van It Fryske Gea grenst aan natuurgebied It Mandefjild waar de heide van Allardsoog onderdeel van uitmaakt. Een waanzinnig mooi terrein, dat oogt als een savanne. In maart en april is het reservaat het podium voor de slapstick-uitvoering van de lammetjes.

Drentse Heideschapen

Tekst: Fokko Bosker / Foto’s: Dico de Klein

Het kost me nog wel wat moeite om de dames met hun kroost te vinden. It Mandefjild is een glooiend terrein met begroeide stuifduinen, struweel en solitaire grove dennen en in sommige hoeken van het reservaat een eikenhakhout bosje. Genoeg dekking voor de schaapskudde. De klassieke rietgedekte schaapskooi is leeg als ik aan mijn zoektocht begin. In de stal klinkt zacht muziek uit een radio, heel rustgevend, maar daar kom ik niet voor. Ook in de weide bij de boerderij is geen schaap te bekennen. Ik volg de gele paaltjes over de heide.

Het wandelen is geen straf. De zon schijnt uitbundig aan een strakblauwe hemel. Hommels zoemen door de lucht, vogels kwinkeleren in de struiken en bomen, druk bezig met hun nest. De Exmoorpony’s doen zich tegoed aan het vergeelde gras dat na een lange winter weer toe is aan revitalisatie. Het groen krijgt gestaag de overhand, de eiken ontbotten en struiken lopen uit. Terwijl ik het hobbelige pad volg zie ik in de verte een paar wandelaars. Misschien dat die de kudde hebben gezien? Ik tref ze op de Oude Drentse Weg, die dwars over de heide loopt. Het is een uitgesleten middeleeuws karrenspoor dat handelaren tussen Drenthe en Fryslân eeuwenlang volgden. Door de vele gebruikers is het pad steeds dieper komen te liggen zodat die zich nu als een langgerekte vallei in de heide aftekent. De vliegdennen bieden wat schaduw, tijdens de zomer op warme dagen dommelen de schapen graag onder de uitwaaierende takken van de den. Daar is een beetje koelte te vinden op de Friese savanne. Ik vraag de twee vrouwen of zij de schapen hebben gezien. Ze lachen: ‘Ben je ze soms kwijt?’, vragen ze gevat. ‘We hebben alleen wat spelende kinderen gezien. Misschien zijn ze verder het veld in.’ Het heeft er alle schijn van dat de kudde in rook is opgegaan. Verderop loopt nog een stel wandelaars.

Inwendig moet ik ook lachen, toch wel een beetje vreemd zo’n meneer in een lange jas met een notitieboekje in zijn hand op zoek naar een kudde schapen. Ik zie er niet bepaald uit als de herder. De volgende dames helpen me uit de brand. “Verderop waar die vrouw in een rode jas loopt, als je daar rechtdoor gaat, loop je recht op de kudde af”, vertellen ze. “Ze zijn dit keer behoorlijk ver weg van de schaapskooi”, bevestigt een van hen. Ze zitten dan ook niet aan een touwtje of achter prikkeldraad in een weide. Een flink stuk van It Mandefjild is hun habitat. De Drentse heideschapen staan heel dicht bij de natuur, het is het oudste schapenras van het vaste land van West-Europa. Vanaf ongeveer 4000 voor Christus komt het in Drenthe voor, waarschijnlijk meegetrokken met de emigranten en eerste boeren afkomstig uit Frankrijk.

Terwijl ik in de mij aangewezen richting loop, zie ik plots in de verte een deinende zee van schapenruggen op mij afkomen, de vachten glanzen in de zon. Het is een langgerekte colonne die komt aanmarcheren. De ooien groeperen zich om de lammetjes heen die beschermd tegen gevaar in het midden van de kudde lopen. Precies bij wandelknooppunt 58 krijg ik ze in het vizier. Ik tel in de gauwigheid zo’n tachtig schapen.

Ze hebben er behoorlijk de sokken in, maar bij het passeren van een natuurlijke laagte met regenwater gevuld, houden een paar de pas in om wat te drinken. Lang duurt de pauze niet, dan gaat het verder. Over in de heide door hun hoeven uitgesleten schapenpaden kruisen ze mijn pad. Tussen het gele gras en de roestbruine heide bieden de crèmekleurige vachten een ideale schutkleur. Een lammetje buitelt over zijn eigen elastieken poten, rolt om en staat in een mum weer op de benen om verder te gaan. Een paar anderen spelen haasje over. Een geweldig gezicht. De moeders houden hun kroost ondertussen scherp in de gaten. Het zijn net mohair truien op pootjes zoals ze in hun wintervacht voorbij lopen. Eenmaal het pad overgestoken waaieren ze uit over de heide om hun kostje bij elkaar te scharrelen, de lammetjes gaan vooral op in hun spel.

 ” Het heidelandschap past bij de schapen. “

Het heidelandschap in deze uithoek van Fryslân past bij de schapen als een goede wandelschoen om mijn voet. Ze horen bij elkaar, sterker nog zonder de heideschapen zou Nederland alleen maar bestaan uit bos of in cultuur gebrachte grond. Eeuwenlang stonden de schaapskuddes aan de basis van de plattelandseconomie. De kuddes zwierven met de herder en onder de hoede van diens honden over de hei om ’s nachts in de schaapskooi te worden ingesloten. De in de kooi verzamelde mest vermengden de boeren met heideplaggen om daarmee het akkerland te bemesten…

Lees het hele artikel op www.friesland-post.nl >>

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies