Natuurinclusief boeren in De Ryp
De een is veeboer in Oudega, de andere in buurdorp Idzegea. Samen pachten ze 22 hectare weidevogelreservaat van It Fryske Gea in De Ryp (Blauhúster Puollen) en boeren daar natuurinclusief. Een werkwijze waar beide mannen heilig in geloven. En toch is het soms ingewikkeld. Op pad met Frank Ypma en Klaas Oevering, twee gedreven natuurboeren.
Fantastisch was het. Die keer dat hij als klein jongetje het eerste kievitsei van school vond. Hij kreeg een beker en tien gulden. Ondertussen is Klaas Oevering bijna vijftig en bioboer. De liefde voor de weidevogels zat er al vroeg in, maar dat geldt eigenlijk voor alles wat leeft. “Als ik bij het hekkelen een vis omhoog haal, gooi ik hem terug. Soms moet ik wel veertig keer de trekker uit, maar ik wil niet anders: ik geloof dat wij op de wereld zijn gezet om er op te passen.”
Die visie deelt hij met Frank Ypma. Samen wandelen ze op een oktoberochtend over hun pachtgrond in De Ryp terwijl de nevel die over de weilanden ligt langzaam plaats maakt voor de zon. De trein, eerstvolgende bestemming IJlst, zweeft voorbij. “Natuurinclusief boeren is voor mij een levensstijl,” vertelt Frank die met zijn bedrijf onder andere melk levert voor de ambachtelijke streekkaas De Fryske. “Ik vind het prachtig om met de hond door het veld te struinen en te genieten van alles wat leeft. Een monocultuur van Engels raaigras zonder kruiden, insecten, bodemleven en vogels voelt armoedig en saai. Zo wil ik niet werken. Het geluk zit in beide: zorgen voor mijn bedrijf én zorgen voor de natuur.”
Dat geluk haalt hij ook uit de mensen die recreatief fietsen en wandelen in de Puollen. “Zij zien ook dat het hier leeft – afgelopen zomer was het een weidevogelwalhalla – daardoor heeft men weer meer oog voor de natuur. Sommige mensen nemen zelfs een verrekijker mee. Voor dat enthousiasme boer ik ook, al verdien ik er geen cent mee, het maakt me wel blij.”
Bodemleven
Het duo past verscheidene maatregelen toe: hekken om de nesten heen, maaien als de vogels zijn uitgebroed , ouderwets gieren en de natuur haar gang laten gaan. Klaas wijst naar een stuk land verderop: “Plas-dras, zodat vogels makkelijker insecten omhoog kunnen wroeten. Wij maaien in etappes, omdat kuikens baat hebben bij een mozaïek van hoger en lager gras om zich in te verschuilen en eten in te vinden.”
De pinken weiden van begin mei tot de herfst, belangrijk voor een gezonde bodem, vult Frank aan. “Wij hebben de vegetatie hier zien veranderen: meer klaver, weegbree en ratelaar.” Die laatste onderdrukt het gras zodat de bloemen de kans krijgen, bovendien zorgt het kruidenrijke gras voor minder stikstofuitstoot bij koeien. Frank wijst ook op de stronthoopjes van zijn pinken: “Die zijn over een week verdwenen, puur bodemleven!”
Toch is het niet één grote roze wolk. Zo vinden ze het bijvoorbeeld frustrerend om te zien dat ze minder van het land halen dan anderen. Of dat lastige ganzen het kruidenrijke gras ook prefereren boven Engels raaigras. De mannen kunnen er dan ook wel in komen als collega-boeren andere keuzes maken. Klaas: “Intensief boeren is verreweg het makkelijkst en brengt ook meer op. Wij krijgen geen cent meer omdat wij veel kuikens grootbrengen. Het beleid is nog teveel gericht op de oude landbouw.”
Predatoren
Dat geldt ook voor het predatorenbeleid. Dat zouden ze liever naar eigen inzicht reguleren. Frank: “Natuurlijk vinden wij alle dieren belangrijk, maar de verhoudingen moeten kloppen. Teveel predatoren zoals steenmarters of vossen kunnen je werk volledig verpesten, hoe weidevogelvriendelijk je ook boert…”
Al helemaal in een klein gebied als De Ryp, ingeklemd tussen het verhoogde spoor en de rietkragen van de Aldegeaster Brekken: prachtige plekken voor predatoren om vogels te spotten. Klaas: “Gelukkig dat we nu in Skriezekrite Idzegea legaal de ruimte krijgen van de Provincie om steenmarters te vangen, dat verlaagt de predatiedruk ook op dit omliggende gebied.”
Tussen idealisme en frustratie
De regelgeving staat het duo vaker in de weg. “Natuurboeren is soms echt een worsteling tussen idealisme en frustratie. Wij weten heel goed wat nodig is om de natuur in haar kracht te zetten, maar wij mogen niet alles toepassen. Geef ons een beetje ruimte en wij doen er goede dingen mee.”
Die ruimte hopen ze wel te krijgen via het Aanvalsplan Grutto, een plan waarmee It Fryske Gea en andere natuurorganisaties de neerwaartse trend van weidevogels willen keren. Klaas: “Dat plan lijkt voorlopers meer mogelijkheden te geven om te experimenteren. Dat zou mooi zijn, want ik ben er heilig van overtuigd dat het kan: de weidevogels redden, stikstof reduceren, het veenweideprobleem aanpakken én goed boeren!”