Fries beleid sleutel tot succes voor de Nederlandse weidevogel
Dinsdag 10 mei heeft een brede delegatie van Friese weidevogelbeschermers de evaluatie van het Fries weidevogelbeleid 2014-2020 aan de Tweede Kamer aangeboden. Vanuit It Fryske Gea was hoofd natuurkwaliteit en adjunct-directeur Chris Bakker aanwezig. Uit deze evaluatie komt naar voren, dat hoewel het met de weidevogels niet goed gaat, er in gebieden waar agrarisch natuurbeheer wordt uitgevoerd ook herstel te zien is. Bovendien zien we als weidevogelbeheerders kansen om de weidevogels in Nederland te behouden. We staan achter het Aanvalsplan Grutto en doen een oproep aan de Kamerleden om het Aanvalsplan een kans te geven om zich de komende jaren te bewijzen.
Landelijke conclusies
December 2021 stuurde de Algemene Rekenkamer het rapport ‘Waar is de Grutto?’ naar de Tweede Kamer. In het rapport vraagt de Algemene Rekenkamer zich af of de overheid de bescherming van weidevogels wel goed heeft geregeld. De conclusie is dat het beleid van de minister voor de grutto niet heeft gewerkt. Naar het idee van de weidevogelbeschermers in Fryslân is dit beeld te eenzijdig.
‘Er wordt teveel gedacht in… Of natuur of boeren. Of predatie bestrijden of een goed weidevogelbiotoop verzorgen. Zo komen we er niet en dat is ook niet hoe het gaat in de betere weidevogelgebieden. Daarom laten we vandaag, maar ook bij de verdere uitrol van het aanvalsplan graag voorbeelden uit Fryslân zien, waarin goed wordt samengewerkt en met succes. We weten hoe het werkt en willen dit graag opschalen!’ aldus Chris Bakker
Fries weidevogelbeleid
In 2021 hebben de weidevogelbeheerders samen met de provincie een evaluatie van het Fries weidevogelbeleid uitgevoerd. De weidevogelbeheerders werken samen in een samenwerkingsverband het Olterterp-overleg*. Deze evaluatie bevestigt dat in Fryslân de achteruitgang van de grutto doorgaat, net als van de kievit en de scholekster. Op dit punt worden de zorgen gedeeld van de Algemene Rekenkamer.
Echter is de achteruitgang van weidevogels met 1-4% per jaar bij gesubsidieerd beheer in Agrarisch Natuurbeheer (ANLb) gebieden en weidevogelreservaten aanzienlijk minder dan op boerenland zonder gesubsidieerd beheer, waar de steltlopers met 8-15% per jaar afnemen (zie afbeelding hieronder). Zonder de subsidies zouden er nog veel minder grutto’s -en ook kieviten en scholeksters- over zijn.
Daarnaast blijkt het gesubsidieerd beheer zijn vruchten af te werpen voor de tureluur en de zangvogels onder de weidevogels, gele kwikstaart, graspieper en veldleeuwerik. Deze soorten vertonen in Fryslân tekenen van herstel. Het Friese herstel staat in contrast met de landelijke trend.
Herstel van weidevogelsoorten
Het herstel is voornamelijk te danken aan het gesubsidieerd beheer in de gebieden met agrarisch natuurbeheer en reservaten. De beheersubsidies is voor een aantal weidevogelsoorten effectief gebleken en remt de achteruitgang van de grutto, de kievit en scholekster. De beheersubsidies en evaluaties laten zien hoe en waar het beheer beter kan. Het al bereikte afremmen van de achteruitgang geeft tijd om die effectievere bescherming van de grutto en andere weidevogels te implementeren.
‘In onze eigen gebieden doen we er al alles aan om de weidevogelpopulatie te laten groeien, afgestemd op de werkwijze van andere weidevogelbeheerders. Het is een bewezen effectieve strategie die in stand moet worden gehouden! Dit is noodzakelijk. Hiervoor is geld nodig, maar ook zekerheid voor boeren.’
Aanvalsplan Grutto
Het Aanvalsplan Grutto is opgenomen in het nieuwe beleidsplan van de Provincie en de komende jaren gaat het collectief daar in een aantal gebieden op volle kracht mee aan de slag. De samenwerkende organisaties zijn positief over de middelen die door de minister beschikbaar zijn gesteld, maar verwachten wel dat deze bijdrage ook voor de lange termijn door de minister geborgd wordt. Dat is absoluut nodig om het provinciale doel van Fryslân van 10.000 gruttobroedparen in 2030 te halen.
Motivatie
Aan de motivatie van de beheerders ligt het niet. In veel gebieden zijn wachtlijsten van boeren die mee willen doen maar waarvoor geen geld is. Vrijwilligers en wildbeheerders staan klaar om mee te helpen bij de bescherming. Zo is Fryslân landelijk koploper met de aanmelding dit jaar van vier gebieden voor de eerste golf van het Aanvalsplan Grutto. Volgend jaar start de tweede golf. Er wordt tegen een aantal zaken aangelopen die de uitrol van het Aanvalsplan belemmert:
- Het Aanvalsplan gaat uit van langjarige beheercontracten met deelnemende boeren. Deze contracten moeten minimaal 12 jaar, maar liefst langer duren. Deze contracten zijn er momenteel niet. Dat is essentieel om boeren te motiveren de overstap te laten maken naar een weidevogelbeheer dat geïntegreerd is in de bedrijfsvoering. Naast voldoende middelen dient met spoed deze beheercontracten te worden ontwikkeld en aan de geïnteresseerde boeren te worden aangeboden.
- Predatie-aanpak: onderdeel van het Aanvalsplan is naast verbetering van het beheer ondersteunend predatiebeheer nodig, door het landschap minder geschikt te maken voor predatoren en door met behulp van lokaal maatwerk de aantallen van bepaalde predatoren te verminderen. Zonder predatiebeheer is een effectieve bescherming van weidevogels niet mogelijk. Het huidige faunabeleid laat de inzet van effectieve middelen daarbij nog onvoldoende toe.
- Het Aanvalsplan is een eerste stap. Er zou ook buiten de kansgebieden ingezet moeten worden op het behoud van de weidevogels. Zo broedt bijvoorbeeld nog 40% van alle kieviten in Fryslân buiten ANLb-gebieden en reservaten. Er zouden in deze gebieden voldoende korte en kruidenrijke graslandvegetaties in het vroege voorjaar beschikbaar moeten zijn, bijvoorbeeld in onbemeste perceelsranden als onderdeel van natuurinclusieve landbouw. Er wordt voor gepleit om de kringlooplandbouw die het ministerie hoog in het vaandel heeft, op grote schaal met dit soort beheer aan te vullen.
Bakker geeft aan dat onze aanwezigheid vandaag belangrijk was omdat we de samenwerking als verschillende weidevogelbeheerders, en ons gezamenlijke vertrouwen in en de successen met het aanvalsplan, zo extra konden benadrukken! Eind mei vergadert de Tweede Kamer weer over het gemeenschappelijke landbouwbeleid. We hopen dan, naast de zes jaar die al is toegezegd, op een bevestiging voor de langere termijn.’
Lees het Friese evaluatierapport of een samenvatting uit vaktijdschrift De Levende Natuur voor meer verdieping.
* In het Olterterp-overleg nemen de volgende organisaties deel: It Fryske Gea, Bond van Friese Vogelbeschermingswachten, Friese Milieufederatie (FMF), Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Kollektiven Berie Fryslân, Nederlandse Jagersvereniging, Wetterskip Fryslân en de provincie Fryslân.