Op pad met Harrie Bosma

Op steeds meer plekken in Nederland duikt de wasbeerhond op. In Fryslân werd het dier als eerste gezien door Gea-vrijwilliger Harrie Bosma. “Dat was in 2015 op een van mijn wildcamera’s. Sinds die tijd probeer ik meer beelden te vergaren en de soort te leren kennen.” Geen sinecure, want de wasbeerhond is zeldzaam, leeft ’s nachts en weet zichzelf goed te verbergen.

In het spoor van de wasbeerhond in het Ketliker Skar

“Zie je dat paadje daar? Dat is een wissel, een vaste route van wilde beesten tussen bijvoorbeeld rustgebieden en drinkplekken. Een ideale plek om een camera op te hangen.” Op knieën zit Bosma ‘s ochtends vroeg bij een van zijn camera’s in het Ketliker Skar. De inventarisatiemedewerker verwisselt het SD-kaartje en controleert of de batterijen nog vol zijn. “Ik heb twaalf camera’s in heel Fryslân, hier in het Ketliker Skar staan er vier. Daarmee inventariseer ik wat hier aan zoogdieren leeft.”

Bosma, voor zijn pensioen muskusrattenbestrijder bij Wetterskip Fryslân, begon met deze hobby tijdens de herintroductie van de otter (2002). “Met het waterschap en It Fryske Gea gingen wij naar Dresden om te kijken wat er nodig was om de otter terug te laten komen. Sindsdien ben ik betrokken bij het otterprogramma en ik schafte ik al snel een wildcamera aan. Zo is het begonnen.” Ondertussen doet hij ook inventarisatiewerk voor Staatsbosbeheer en is hij betrokken bij de dassenwerkgroep. “Ik ben er bijna elke dag mee bezig. Grote zoogdieren hebben mijn interesse.”  

‘Verse pootafdrukken van een vos. Of zouden ze van een wasbeerhond zijn? Soms is het verschil amper te zien. De tenen zitten bij de meeste wilde beesten los van het middenvoetskussen, maar bij de wasbeerhond zitten ze er bijna aan vast.’ – Harry Bosma

Dekking en rust

Even verderop laat Bosma zijn tweede camera zien, ook deze zit met een slot aan een boom vast. “Naar deze beelden ben ik heel nieuwsgierig, want deze camera staat hier nieuw. Hij stond eerder verderop, maar leverde alleen maar beelden van damherten en vossen op. Ook mooi, maar daar gaat het me nu niet om. Waarom ik nu voor deze plek gekozen heb? Daarvoor verplaats ik me in het beest: hier is een wissel, genoeg voedsel en de biotoop klopt. Wasbeerhonden houden van water in combinatie met voldoende schuilplaatsen en rust. Deze vochtige hooilanden met varens en bos zijn dus heel geschikt.”

Twintig meter verderop hurkt Bosma neer op een drekkige dam. “Verse pootafdrukken van een vos. Of zouden ze van een wasbeerhond zijn? Soms is het verschil amper te zien. De tenen zitten bij de meeste wilde beesten los van het middenvoetskussen, maar bij de wasbeerhond zitten ze er bijna aan vast. Mooi dat ik dit zie: als de camera van net geen goede beelden oplevert, verplaats ik hem hierheen.” Bosma leert de wasbeerhond steeds beter kennen. Op basis van sporen in de natuur (pootafdrukken of latrines) of het gedrag op de filmpjes komt hij meer te weten en verplaatst hij zijn camera’s. “Het is een grote zoektocht, veel weten we nog niet van de soort.”

Wasbeerhond

Nieuwkomer

De wasbeerhond – niet familie van de wasbeer, maar een hondachtige met korte poten – is een nieuwkomer. Oorspronkelijk komt hij uit Korea, weet Bosma. “Hij kwam in Europa via het Europese deel van Rusland. Daar werd hij ingevoerd vanwege de pels, voor de bontindustrie. Van daaruit is hij verwilderd en ontsnapt en heeft hij zijn gebied beetje bij beetje vergroot.” Een exoot dus, maar wel eentje die zich thuisvoelt in het Ketliker Skar. Op het menu staan planten, maar ook dieren zoals vissen, kikkers, eieren en insecten. “Volgens mij is het geen echte carnivoor en eet hij voornamelijk plantaardig: maïs, noten en bessen.”

Bosma hoopt de wasbeerhond deze zomer weer een paar keer voor de camera te krijgen. “’s Winters zijn ze minder actief. Ze houden geen winterslaap, maar wel winterrust. In het vroege voorjaar zijn de vrouwtjes krols en zoeken ze een plek om de jongen op de wereld te zetten, dat gebeurt van april tot juni. Vaak strijken ze neer in oude vossenpijpen of dassenburchten, want het zijn zelf geen gravers. Toch wil ik met mijn camera’s niet te dicht bij het nest zitten. Dan verstoor ik ze misschien en slaan ze op de vlucht. Daar hebben zij niets aan, maar ik ook niet, want dan begint de zoektocht weer opnieuw.”

Als de kaartjes van de vier camera’s verwisseld zijn, gaat Bosma weer naar huis. Vanmiddag moet hij nog een dode otter uit Earnewâld halen en wil hij nog naar het Lauwersmeergebied om een paar kaartjes te verwisselen. Een dag later stuurt hij een bericht: De pootafdruk op de dam was inderdaad van een wasbeerhond. Ik heb de beelden! Groet, Harrie.

Meer video’s

Bosma zijn video’s zijn te vinden op YouTube. Hij heeft niet alleen beelden van de wasbeerhond, maar ook van vossen, reeën, dassen, otters en damherten. Zelfs van de zeldzame goudjakhals, ook een nieuwkomer in Fryslân.

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies