Op pad met Klaas Ybema – flora inventarisatie

Streeplijst, check. Pen, check. Thermoskan koffie, check. Zonder deze drie voorwerpen gaat vrijwilliger Klaas Ybema niet op pad voor It Fryske Gea. Als inventarisatiemedewerker brengt hij natuurterreinen in kaart. Hij noteert bomen, struiken en alle andere planten en dat levert belangrijke kennis op.

Na een kop zwarte koffie op het parkeerterrein gaat de floravrijwilliger op weg. Elk jaar krijgt hij twee gebieden toegewezen van Mark Hilboezen van It Fryske Gea. ‘Geen grote stukken grond, want dat red ik niet in mijn eentje. Het moet met een paar hectare ophouden.’ Een eis waar de beide terreinen van dit jaar prima aan voldoen: de Beamkamp bij Sondel en de Buismanskooi bij Piaam. De laatste is een eeuwenoude eendenkooi en staat vandaag op het programma. ‘Ik inventariseer mijn gebieden twee of drie keer door er een paar uren rond te lopen. De eerste keer in het vroege voorjaar,’ vertelt Klaas terwijl hij de pas erin zet richting de kooi. 

Buismanskooi bij Piaam

Van Mark kreeg hij een vergunning om het terrein te betreden, maar geen routebeschrijving, dus het is even zoeken. Al snel verschijnt er achter een boerderij een bosje van ongeveer een hectare in een verder agrarisch landschap, in het midden de eendenkooi. Cultuurhistorisch erfgoed, volgens Klaas. ‘De kooi wordt niet meer gebruikt, maar wel in oude staat onderhouden, vangpijpen, kooiplas en vanghok zijn nog intact.’ De floravrijwilliger, in Fryslân ook bekend als weerman, wandelt verder. Onderweg spot hij speenkruid en fluitekruid. ‘Die kan ik doorstrepen op mijn lijst.’ Lachend: ‘Dat had ik thuis ook wel kunnen doen, want die soorten komen hier op de Klei bijna overal voor.’

Schrale grond = variatie

Alles wat groeit streept de Workumer aan. ‘Maar ik geef niet alles door. Als ik straks thuiskom, voer ik alleen de bijzondere soorten in op waarneming.nl. Het gaat dan om naam, aantal en locatie. De gegevens gaan ook automatisch naar Mark, daarvoor heb ik speciaal een tablet gekregen van It Gea.’

‘De sport is natuurlijk om zoveel mogelijk soorten en zeldzaamheden te vinden. Heel soms kom ik een plant tegen die ik niet ken, dan duik ik thuis de boeken in of ik struin het internet af.’

Op de streeplijst staan zo’n 1500 soorten; Klaas herkent bijna alles wat hier groeit. ‘De sport is natuurlijk om zoveel mogelijk soorten en zeldzaamheden te vinden. Heel soms kom ik een plant tegen die ik niet ken, dan duik ik thuis de boeken in of ik struin het internet af.’ Thuiskomen met 200 soorten is geen unicum, maar dat zal vandaag bij de Buismanskooi niet lukken, verwacht Klaas. ‘Ik reken hier hooguit op zo’n 50 tot 80 soorten. Dit is een bosje op de klei, vruchtbare grond, terwijl de meest aansprekende soorten liever schrale grond hebben. Veel variatie in biotopen, bijvoorbeeld dood hout of steile randen, zie ik hier ook niet, terwijl juist zulke microbiotopen voor variatie zorgen. Dit is ook een geïsoleerd stukje, met vakantiegangers meegereisde exoten zullen we dus ook niet vinden.’

‘Het begon toen ik op m’n 25e een camera kocht. Ik wilde vogels en vlinders fotograferen, maar die bleven niet stil zitten, planten wel. Binnen een zomer was ik verslingerd.’

Geen exoten, maar essen, wilgen en brandnetels krast Klaas wel door. Al meer dan dertig jaar inventariseert hij planten. Eerst voor Floron en Natuurmonumenten en sinds vijf jaar ook voor It Fryske Gea. De gepensioneerde aardrijkskundedocent is autodidact. ‘Het begon toen ik op m’n 25e een camera kocht. Ik wilde vogels en vlinders fotograferen, maar die bleven niet stil zitten, planten wel. Binnen een zomer was ik verslingerd.’ Voor natuurorganisaties is inventarisatie van groot belang, alleen zo kan gecontroleerd worden of het beheer goed is en vegetatiedoelen bereikt worden. ‘Win-win, want ik ben tegelijk een gelukkig man omdat ik hier rondlopen mag, in een gebied waar een ander niet mag komen.’ 

Biodiversiteit

De Buismanskooi is al sinds de 16e eeuw een stiltegebied. Rust was van groot belang om goed eenden te kunnen vangen, daarom werd het Recht van Afpaling ingesteld: absolute rust en stilte in een straal van 1200 meter. Hoewel de kooi niet meer in gebruik is, is het nog steeds stiltegebied om zo erfgoed, plant en dier te beschermen. Voor weidevogels levert dat helaas niet veel op, stelt Klaas. ‘Het terrein is klein en wordt omsloten door boerenland dat intensief wordt bewerkt. De grond is te droog en variatie aan bloemen ontbreekt. Veel weidevogels zie je hier dus niet, hooguit een paar kieviten op mais.’

‘Ik tel dezelfde planten als voorheen, maar signaleer wel dat zeldzame planten zeldzamer worden en algemene planten vaak algemener. Neem de pinksterbloem: waar voorheen complete velden paars kleurden, zie je nu alleen nog kleine groepjes.’

Waar Klaas het aantal weidevogels de laatste dertig jaar drastisch zag zakken, gold dat minder voor planten. ‘Ik tel dezelfde planten als voorheen, maar signaleer wel dat zeldzame planten zeldzamer worden en algemene planten vaak algemener. Neem de pinksterbloem: waar voorheen complete velden paars kleurden, zie je nu alleen nog kleine groepjes. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor goudzuring, ook die komt door de drogere grond minder voor. Voor hanenpoten, brandnetels en bramen geldt het tegenovergestelde. Die kunnen overal leven, kunnen goed tegen stikstof en breiden dus uit. Natuurlijk speelt ook het klimaat mee. Warmbloedige soorten krijgen steeds meer houvast.’ 

Het resultaat van de vroege voorjaarsinventarisatie in de Buismanskooi? Voorlopig 18 soorten, de rest komt later. 

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies