Opvallende broedvogels in moerasgebied Gelte Herne

Midden in de Grutte Wielen ligt een voor velen onbekend moerasgebied van 36 hectare groot, de Gelte Herne. Het is een ondoordringbaar en ruig rietmoeras met wilgenbos, braamstruweel, diepe sloten en veenslenken. Er vindt geen actief beheer plaats in het gebied en de vraag is of dit nodig is. Het vergeten moerasgebied lijkt te verdrogen en te verruigen. En hoewel het op het eerste gezicht ongeschikt lijkt voor moerasvogels, is het door de ontoegankelijkheid toch wel geschikt voor een aantal interessante soorten. Een vrijwilliger van It Fryske Gea deed een grondige telling van de broedvogels in dit gebied. De telling bracht verrassende waarnemingen van bijzondere soorten.

Een jungle met weinig overzicht

In het begin van de vorige eeuw was Gelte Herne nog in gebruik als hooiland. Later werd het ingericht als moeras met een kade. Het gebied is lastig te bereiken en niet toegankelijk voor publiek. Vrijwilliger Klaas Joustra van It Fryske Gea werd van te voren goed gewaarschuwd dat het plaatselijk nat kon zijn en er geen paden lopen door het gebied. Dit hield Klaas niet tegen en hij bezocht het gebied in totaal negen ochtenden met steeds een bezoekronde van drie tot vier uren. Klaas omschrijft het gebied als een ‘junglegebied’ met weinig overzicht.

“Het is een hele klus om het gebied goed te inventariseren”

Struweel- en moerasvogels

In totaal werden 43 soorten broedvogels vastgesteld. Deze grote soortenlijst geeft aan dat het gebied zeer gevarieerd is. De lijst kan grofweg opgesplitst worden in struweelvogels en moerasvogels. De struweelvogels bestaat uit algemene, veelvoorkomende zangvogels als de winterkoning, tuinfluiter, zwartkop en fitis. De fitis was de talrijkste struweelvogel met maar liefst 31 territoria verspreid over het hele gebied. De gekraagde roodstaart was de meest opvallende soort. Deze holenbroeder leeft meer in oudere bossen met voldoende gaten van hogere bomen.

Ook de moerasvogelgemeenschap was zeer verassend. Het gebied lijkt vooral in trek te zijn bij bewoners van rietmoeras. Er broeden veel rietzangers zoals de kleine karekieten, sprinkhaanzangers en snorren. De rietzanger is een belangrijke doelsoort van de Grote Wielen waarvan 33 territoria zijn vastgesteld. Bijzonder vond Klaas de zeldzame waarneming van een buidelmees met drie jongen. De buidelmees is tegenwoordig een zeer schaarse broedvogel en heeft de status ‘gevoelig’ op de Rode Lijst. In de jaren negentig was de broedpopulatie tot 250 paartjes. Sindsdien daalde het aantal fors. De oorzaak hiervan is onduidelijk. De laatste keer dat een broedpaar officieel vastgesteld is in de Grutte Wielen was in 2006. Opvallend is het ‘zorro-achtige’ oogmasker van de buidelmees tijdens het broedseizoen. De buidelmees leeft vooral in rietlanden met overgangen naar ooibos of struweel met wilgen of berken. Ze maken buidelvormige nesten die gemaakt zijn van pluisachtig plantenmateriaal van bijvoorbeeld lisdoddesigaren of wilgenpluis. Het nest wordt opgehangen aan een overhangende tak van vooral wilgen. De roep van de buidelmees is een hoog ‘tsieuu’. Een andere gemaskerde rietvogel die in het gebied broed, is de baardman. Alleen het mannetje heeft dit masker voor en rond de ogen.

Ook werden er twee territoriale roerdompen gehoord, hieruit blijkt dat het gebied plaatselijk toch nog redelijk nat en open is. Deze soort heeft plekken met waterriet nodig om veilig in te broeden en om in te foerageren. De bruine kiekendief werd vijf rondes gezien en broedt dus zeer waarschijnlijk ook in het gebied. Opvallend is de lage dichtheid aan grauwe ganzen. Meestal zijn grauwe ganzen vrij talrijk in moerasgebieden, maar waarschijnlijk is het gebied te besloten voor deze plompe vogel om in te broeden. Er werd maar één paar vastgesteld.

Wat brengt de toekomst voor deze broedvogels?

Uit de grondige telling van broedvogels in Gelte Herne is gebleken dat het gebied  zeker nog zeer waardevol is voor veel vogelsoorten, ondanks het ruige uiterlijk en plaatselijk drogere omstandigheden. Klaas was enthousiast, maar vraagt zich wel af hoe het gebied zich verder gaat ontwikkelen. Het gebied bestaat namelijk uit veel wilgenkoepels met daartussen af en toe een els of berk. Als deze zich uitbreiden, verandert het karakter misschien meer richting moerasbos. We zullen de broedvogels dus ook in de toekomst moeten volgen om hierachter te komen. Het gebied blijft ontoegankelijk voor publiek. Wel is het vanaf het water de Grutte Wielen goed te overzien vanuit een boot.

 

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies