Reeëntelling Alde Feanen

In natuurgebied de Alde Feanen wordt eens in de vijf jaar de reeënpopulatie geteld. Een enthousiaste groep medewerkers en vrijwilligers van It Fryske Gea gaan paraat met verrekijkers, tellijsten en een paar goed gespitste oren op zoek naar reeën in zes verschillende telgebieden van ruim 2.750 hectare. Maar hoe herkennen deze ervaren tellers of het om een bok of een geit gaat? En hoe jong is het dier?

Sinds 1979 wordt de ree al geteld in de Alde Feanen. Tot 2003 werden tellingen jaarlijks uitgevoerd en na 2003 om de vijf jaar. Dit jaar werden er 200 reeën geteld in het gebied. Vijf jaar geleden kwam de telling uit op 203 reeën. De populatie is de afgelopen jaren vrij stabiel gebleven. Dit betekent dat er een mooi natuurlijk evenwicht is.

“Dit zien we graag als natuurbeheerder! Er is een natuurlijk evenwicht in aanwas en sterfte onder de reeënpopulatie in de Alde Feanen.” Mark Hilboezen, medewerker Natuurkwaliteit bij It Fryske Gea

De tellingen vinden altijd plaats rond maart/april, wanneer het riet gemaaid is en de bomen nog vrij kaal zijn. Dan zijn de reeën goed te zien. Tijdens de telling wordt ook gekeken naar de conditie van het dier. Hoe gezond zien ze eruit? Maar ook het geslacht en leeftijd van het dier wordt genoteerd. Hoe de tellers dit zien, op soms enorme afstand?

Bok of geit?

Op afstand zien de tellers vaak al snel of het om een bok (mannetje) of geit (vrouwtje) gaat. Dit zien ze aan de witte vlek op het achterwerk. Ook wel de spiegel genoemd. Bij een geit is deze hartvormig en bij de bok niervormig. Bij de geit is ook nog een ‘schortje’ te zien. Dit is een wit haarbosje dat tussen de achterpoten naar achteren steekt en lijkt wat op een staart, maar is het niet. Bij gevaar wordt de spiegel groter. Zo waarschuwen reeën elkaar en volgen ze elkaar bij gevaar.
Ook is de bok te herkennen aan het gewei op zijn kop. Alleen de bok draagt deze en gebruikt het gewei om vijanden of andere reeën op afstand te houden tijdens de bronstijd. Rond de herfst valt het gewei af en in het voorjaar groeit het weer opnieuw aan.

Blaffen

Verstopt in bosjes of tussen het riet is het voor de tellers soms lastig om de reeën te zien. Daarom worden de oren van de tellers ook goed ingezet. Op afstand herkennen zij het geblaf van reeën. Dit geblaf is vergelijkbaar met het geblaf van een hond. Reeën blaffen om elkaar te waarschuwen. Geiten kunnen ook fiepen. Een hoge, fluitende piep om haar jong te laten weten waar ze is of om mannetjes te lokken.

Broedseizoen!

Tussen 15 maart en 15 juli is het broedseizoen. Reeën met kalfjes of andere dieren liggen soms vlak naast een wandelpad verstopt in hoog gras, riet of bosjes. Wij vragen om juist in deze tijd, de natuur met respect te behandelen. Het is namelijk ook de tijd waarin het lekkere weer al snel uitnodigt om de natuur in te trekken. Mocht je gaan wandelen en fietsen in onze natuurgebieden, houd er dan rekening mee dat de natuur zeer kwetsbaar is en houd je aan de regels. Een loslopende hond kan met geursporen of geluiden een ree of hert in totale paniek brengen. Daarom altijd je hond aan de lijn.

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies