Maak kennis met zomerpolder de Wyldlannen

Vanuit de Wyldlannen word je omringd door uitgestrekte hooilanden. Het gebied leeft volop! Je vindt hier niet alleen 181 hectare aan mozaïek van blauwgraslanden*, dotterbloemhooilanden en kleine zeggenvegetaties, maar ook vele vogels. Dit komt onder andere doordat de polder in de winter kletsnat is. Vanaf het voorjaar laat It Fryske Gea het waterpeil langzaam zakken. Benieuwd wat hier zoal leeft? Voordat we hierop antwoord kunnen geven eerst wat meer over het gebied …

Geschiedenis en ligging

Gelegen in het prachtige Nationaal Park de Alde Feanen ligt de Wyldlannen op de overgang van de veengronden van het Fryske Lege Midden naar de klei-op-veengronden meer westelijk. In de polder vind je dan ook verschillende diktes van de kleilaag op het veenpakket. Dit zorgde vroeger voor uitdagende situaties voor de landbouw wanneer de bodem zakte en het steeds natter werd. Om dit te voorkomen werd destijds rondom een verhoogde perceelrand aangebracht en startte men met het leegmalen van de polder in de zomer. ’s Winters stroomde de polder regelmatig over met slibrijk oppervlaktewater uit de Friese Boezem. Later was dit water van buitenaf niet meer zo schoon, als gevolg van vervuiling, wat ongunstig is voor blauwgraslanden. Vanaf 1985 besloot It Fryske Gea daarom water uit het gebied vast te houden en vulde de polder zich in de winter met regenwater. Dit water is mineralenarm, waardoor na verloop van tijd verzuring optrad. In 1991 is een helofytenfilter aangelegd in het rietmoeras, zodat het voedselrijke boezemwater kon worden gefilterd voor gebruik in de polder, zowel in de zomer als in de winter!

Beheer en toegankelijkheid

Je kunt het gebied niet bezoeken, maar het is goed te overzien vanaf het omliggende water. Jaarlijks varen vele watersportrecreanten langs of leggen aan om het gebied te bewonderen. Dan zijn de beheerwerkzaamheden vaak ook goed te volgen. Dit is niet overal in het gebied hetzelfde!

Het beheer in het oostelijke deel van de polder is gericht op het in stand houden en ontwikkelen van de zogenaamde Friese boezemblauwgraslanden met veel spaanse ruiter. In het westelijke deel komen dotterbloemhooilandvegetaties voor met soorten als waterkruiskruid en moeraslathyrus.

Daarnaast is het een belangrijk broedgebied voor weidevogels, met soms zeldzame soorten als kemphaan en kwartelkoning. En in het voorjaar heeft het een belangrijke functie als pleisterplaats voor steltlopers die terugkomen uit hun overwinteringsgebieden. In de wintermaanden slapen er bovendien veel wintergasten, zoals eenden en ganzen. Dit is een prachtig gezicht!

Natuurvriendelijk beheer
De werkzaamheden bestaan voornamelijk uit hooilandbeheer (maaien en afvoeren) en, in het westelijke deel, voorweiden met zoogkoeien. Het gebied is alleen per boot bereikbaar wat het beheer arbeidsintensief maakt. Bemesting met ruige stalmest vindt slechts lokaal plaats, maar beslist niet op de blauwgraslanden. Daarnaast worden de sloten jaarlijks geschoond, de greppels periodiek gefreesd en de kopakkerbuizen jaarlijks doorgespoeld. Op het terugnemende blauwgrasland is verder enkele keren bekalking uitgevoerd om het zuurbufferende vermogen van de bodem te verhogen. Dit heeft nog niet geholpen. Waarschijnlijk staat de polder te lang onder water, waardoor veenafbraak ontstaat. Hierover zijn we in gesprek met Wetterskip Fryslân. Verder zijn in 2020 de kaden versterkt en de kunstwerken vervangen. Bovendien is het dieselgemaal, de laatste van Fryslân, vervangen door een visvriendelijk, elektrisch gemaal.

Flora om ‘grutsk’ op te zijn

Waarom de Wyldlannen zo bijzonder is? Je vindt er veel kwetsbare en zelfs bedreigde flora. Denk hierbij aan veel draadzegge (‘kwetsbaar’), op één perceel groeit de zeer zeldzame knotszegge (‘kwetsbaar’) en op open plekken groeit massaal het heidemelkviooltje (‘bedreigd’), een endemische ondersoort voor Nederland. Vaak staat op deze plekken ook hondsviooltje (‘gevoelig’) en de kruising met het heidemelkviooltje. In grond dat langdurig onderwater staat groeit de stijve moerasweegbree (‘bedreigd’). Prachtige resultaten die we met goed beheer kunnen behalen en behouden!

Zomerpolder, multifunctioneel voor vogels

De Wyldlannen heeft naast de hoge botanische waarden, ook belangrijke functies voor vogels. Vrijwilligers Gerrit Jellema en Ruurd Koopmans tellen al sinds 1996 vogels in het gebied. De tellingen bestaan uit broedvogelterritoriumkarteringen (BMP) en uit pleisterplaatstellingen van steltlopers.

De zomerpolder heeft een zeer gevarieerde weidevogelpopulatie met soorten als zomertaling, slobeend, kwartel, kwartelkoning, watersnip, grutto, kemphaan, tureluur, veldleeuwerik en gele kwikstaart. Ben je benieuwd naar de bevindingen? Bekijk het resultatenoverzicht per soort >>

Naast de functie als broedbiotoop is de Wyldlannen ook een belangrijk als pleisterplaats voor vogels in de winter en het voorjaar. De vogels vinden rust, veiligheid en voedsel in de uitgestrekte vlakte met ondiep water.

Wintergasten komen graag op bezoek
In de winter verblijven grote groepen wintergasten op de open plas die ontstaan is op de overstroomde polder. Op de ondiepere delen foerageren de vogels. Het gaat om ganzen, als de brandgans die soms met duizenden aanwezig is, maar ook om de grauwe gans en de kolgans. Daarnaast zijn er ook veel eendensoorten aanwezig. De bergeend, smient, krakeend, wintertaling, wilde eend, pijlstaart en slobeend zijn hiervan voorbeeld.

Vruchtbare kraamkamer in het midden van Friesland
In het voorjaar verblijven veel steltlopers in de polder, zoals goudplevier, kievit, bonte strandloper, kemphaan en grutto. Gerrit en Ruurd tellen de pleisterende vogels al sinds 2004 elk voorjaar. De Wyldlannen is vooral voor de kemphaan en de grutto een vaste, essentiële pleisterplaats. De tellingen vinden plaats in de maand maart waarin de voorjaarspiek wat betreft aantallen valt. Dit is echt uniek om te zien!

Wanneer de kemphanen en grutto’s vanuit hun overwinteringsgebied in West-Afrika (onder andere Senegal) aankomen in Nederland, groeperen ze zich op pleisterplaatsen in zomerpolders als de Wyldlannen, maar ook in de uiterwaarden langs de rivieren. De Wyldlannen is voor de grutto in sommige jaren de grootste pleisterplaats van Nederland. De aantallen zijn vooral spectaculair hoog nadat It Fryske Gea ’s winters zelf de polder laat overstromen. Sinds toen (2012) is het gemiddelde gestegen van 1.700 naar 3.400 grutto’s, met uitzondering van 2021. Het recordaantal was in 2020 met 5.900 grutto’s. Ook het gemiddelde van de kemphanen was toegenomen van 150 naar 900 vogels. Het recordaantal voor de kemphaan viel in 2017 met 1.815 vogels.

Het jaar 2021 was een uitzondering met slechts 850 grutto’s en 190 grutto’s. Dit had te maken met het herstellen van de zomerkades van de Wyldlannen. De pas verhoogde kades waren nog onvoldoende begroeid om bestand te zijn tegen sterke golfslag. Daarom is gekozen voor een lager winterpeil. Hopelijk verblijven in de toekomst weer de vertrouwde hoge aantallen steltlopers in de Alde Feanen!

* De Wyldlannen is vanouds befaamd om het Friese boezemblauwgrasland in het oostelijke deel. Vegetatiekundige W.G. van der Kloot schreef in 1939 het boek ‘De Blauwgraslanden in Nederland’, waarin hij dit type prijst door het algemeen voorkomen van de kernsoort spaanse ruiter, die inmiddels als ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst staat. De vegetatie bestaat verder vooral uit pijpenstrootje, blauwe zegge en moerasstruisgras die zorgen voor de blauwe kleur en uit grote wederik, geelgroene zegge, grote ratelaar en poelruit. Orchideeën en typische zeggen als blonde zegge en vlozegge (beide ‘bedreigd’) ontbreken vaak in het boezemblauwgrasland.

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies