Bewuste burgers

Janna van der Meer interviewt iedere twee weken een bewuste burger, die zich inzet voor natuur en milieu. De serie Bewuste Burgers wordt mogelijk gemaakt door: Burgerinitiatief Kening fan ‘e Greide, Friese Milieu Federatie en It Fryske Gea. Benieuwd naar de verhalen? Je vindt ze hieronder.

Anita van der Meulen (42) probeert zoveel mogelijk plastic te vermijden.

Soms heb ik er niet zo’n zin in, maar het geeft toch voldoening om het wel te doen.

Anita: Ik had al langer een ongemakkelijk gevoel bij de enorme hoeveelheden plastic die in onze maatschappij worden gebruikt. Je kunt geen schaar, komkommer of speelgoed auto kopen, of het zit in plastic verpakt. Mijn dochter van acht begon er ook al over. Zij had het er op school over gehad. Toen zag ik in een winkel het boek “Het Zero Waste Project”, van Jessie en Nicky Kroon liggen, met tips voor plastic vrij leven zonder afval. Dat heb ik toen gekocht en het heeft me enorm geïnspireerd.

Ik heb niet de illusie de wereld plasticvrij te kunnen maken, maar denk dat ik op mijn eigen kleine schaal wel een bijdrage aan een mooiere wereld kan leveren. Als je naar het grote plaatje kijkt, kun je gemakkelijk moedeloos worden, maar voor het hele leven geldt, dat je je moet richten op hetgeen waar je wel invloed op hebt.

Broodzak

Inmiddels neem ik altijd een eigen tas mee naar de winkel en gebruik ik bijenwasdoekjes in plaats van plastic folie. Voor het brood heb ik een katoenen broodzak gekocht. Toen ik daarmee voor het eerst naar de bakker in ons dorp ging, voelde dat ongemakkelijk. Toen ik het uitlegde aan de verkoopsters, reageerden ze echter heel geïnteresseerd. Ze wilden bijvoorbeeld weten hoe het met invriezen ging. Ik vertelde dat dat in principe geen probleem was, wanneer je het maar tot een week beperkte. Ik heb mijn ervaringen vervolgens op instagram gedeeld en er ook de bakker in getagd. En toeval of niet, maar een paar weken later verkocht deze bakker ook broodzakken!

Als ik kaas koop, neem ik bijenwasdoekjes mee en nootjes laat ik in potten doen. Boodschappen doen duurt zo wel veel langer. Je moet bij allerlei verschillende winkels langs en raakt met iedereen in gesprek. Dat is gezellig maar het kost veel tijd. Toen ik een half jaar geleden burn out raakte, ben ik wat gemakkelijker geworden. Mijn gezin heeft altijd prioriteit. Dus als ik weinig energie heb, spendeer ik het aan hun.

Mealplanning

Helaas hebben we in het Noorden geen bulk winkels (verpakkingsvrije winkels,red.). Dat zou zoveel praktischer zijn. Via internet bestel ik zoveel mogelijk grote verpakkingen, zoals bijvoorbeeld pakken van 5 kg meel. Dat scheelt weer.

Verder doe ik aan mealplanning. Als je goed nadenkt over wat je wanneer gaat eten, verspil je minder voedsel en gebruik je uiteindelijk ook minder verpakkingsmateriaal. Iedere week ga ik daarom even zitten om een planning te maken, waar ik dan ook in een keer de inkopen voor doe.

De extra aardappels doe ik bijvoorbeeld gekookt, gestampt en geportioneerd in de vriezer. Zo ook de boterhammen van de kinderen. Die smeer ik en doe ik in plastic zakjes. Ze mogen ze dan zelf pakken. Ik koop ook geen snacks als kaas dips, maar gewoon een grootverpakking smeerkaas en van die borrelstokjes. Die doe ik dan in bakjes. Rozijnen idem dito. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen.

De bakjes en plastic zakjes was ik vervolgens af, om ze opnieuw te kunnen gebruiken. Soms heb ik daar niet zo’n zin in, maar het geeft toch voldoening om het wel te doen.

Glazen pot

Ik maak ook mijn eigen schoonmaakmiddel. Het recept is als volgt: vlokken van een blok marseille zeep raspen. Die in water oplossen en koken. Voor de lekker doe ik daar wat etherische oliën bij. Een nacht laten staan. Staafmixen en in glazen potten overgieten. Alles wordt prima schoon en het is bovendien zacht voor je handen.

Verder zijn er nog kleine dingen als shampoo en conditioner in zeepvorm. Die voldoen prima. En ik gebruik katoenen watten om make-up te verwijderen. Dat soort dingen geef ik ook wel eens aan vriendinnen kado. Voor de bewustwording. Maar ik dring niemand wat op.

Mijn man heeft bijvoorbeeld liever mayonaise in een knijpfles. Omdat ik verantwoordelijk ben voor de inkopen, koop ik wat ik denk dat goed is: dus mayonaise in een glazen pot. Maar de enkele keer dat hij boodschappen doet, moet hij zelf weten wat hij in huis haalt. Het is wel leuk om te merken dat de kinderen dan vragen gaan stellen:

‘Waarom papa?’ zeggen ze dan, ‘je kunt toch ook uit een glazen pot eten? Dat is beter voor het milieu!’”

Lees ook de verhalen van de andere bewuste burgers:

Interview met Janneke Russchen
Interview met David Kingma
Interview met Tine Sietsma
Interview met Marijke Lodeweges
Interview met Iris Bos
Interview met Johannes Bakker
Interview met Anita Boer
Interview met Jetske de Blaauw en Douwe Bergsma


Janneke Russchen (58) woont in een houten tiny house en heeft een bijzondere kijk op ziekte en gezondheid.

 Ziekte is een uitnodiging van het lichaam om iets in je leven te veranderen

Janneke: “Ik streef naar een zo klein mogelijke footprint. Bovendien wil ik niet de helft van mijn inkomen aan wonen besteden. Om deze redenen én vanwege de gezelligheid heb ik een groot deel van mijn leven in woongroepen gewoond. Samen kun je zoveel delen! Denk aan: je auto, je keuken, de tuin…. Waarom zou je dat allemaal voor jezelf houden en alles alleen doen? In de woongroep hoefde ik maar één of twee keer per week te koken. Verder kon ik gewoon aanschuiven. Dat is toch heerlijk?!

Na mijn scheiding en toen de kinderen de deur uit waren, wilde ik gaan reizen. Alles was in kannen en kruiken, toen mijn moeder, op de weg voor haar huis, een ongeluk kreeg. Ze was op slag overleden. Vooral voor mijn vader was het een zwaar gelag en toen hij met zijn gezondheid ging kwakkelen, vond ik dat ik er voor hem moest zijn. Natuurlijk had ik bij hem in kunnen trekken, maar we wilden ook ieder ons eigen leven blijven leiden. Toen heb ik, samen met een vriend die timmerman is, een huisje bij mijn vader in de tuin gebouwd.

Hout

Het hout waar dit zogenaamde tiny house van gebouwd is, komt uit de bossen van Beetsterzwaag. Het is dus een lokaal product. Verder is hout een duurzaam bouwmateriaal: er wordt CO2 in opgeslagen en het is recyclebaar. Natuurlijk kost het wel onderhoud, maar ik vind het niet erg mijn woning te verzorgen. Het huis waarin ik leef, betekent namelijk meer voor mij dan een willekeurig object.

Natuurlijke materialen betalen zich uiteindelijk altijd terug, heb ik gemerkt. Hout zorgt bijvoorbeeld voor een warme, aangename sfeer. En neem nou milieuvriendelijke verf: dat stinkt niet en werkt heel prettig. Vanwege de kosten wilde ik eerst gewoon steenwol als isolatiemateriaal. Toen ik dat echter in handen kreeg, werd ik me ervan bewust wat voor rommel het eigenlijk is. Toen heb ik toch voor een alternatief materiaal gekozen. Dat is gemaakt van papier en karton en wordt in Sneek gefabriceerd. Het voelt aan als wol. Mijn huis werd er behaaglijker door. Op de gipsplaten wanden zit leemverf. Achteraf had ik liever leemstuc gehad, maar je weet nu eenmaal niet alles op voorhand.

Composttoilet

Ik heb geen badkamer en alleen koud water. Dus ik was me bij de wasbak, of douche me bij mijn vader. Ik kook ook bij hem, voor ons beiden. Het voordeel hiervan is onder meer, dat ik niet op het riool aangesloten hoef te zijn. Daarom heb ik ook een composttoilet. Dat stinkt niet, omdat de urine en ontlasting apart worden opgevangen. Ik vind het wel jammer dat ik deze grondstoffen vervolgens gewoon weggooi. Eigenlijk zou ik het moeten composteren. Dat zal binnenkort een project van me worden.

Doordat ik sober leef en weinig geld aan wonen kwijt ben, hoef ik niet heel veel te werken. Ik heb een praktijk voor klassieke homeopathie en ben kindertolk, maar ik kan mijn leven zo goed in balans houden. Veel mensen lijden tegenwoordig onder de druk van onze samenleving en voelen niet de ruimte om hun leven bij te sturen. Dat is uiteindelijk ziekmakend.

Iets waar ik me graag voor inzet is Het Gezondheidscoöperatief Nederland. Bij de ziektekostenverzekeringen en de farmaceutische industrie zit te veel macht en te veel geld. Macht en geld zijn de vieste dingen die er bestaan! Maar met elkaar kunnen we daar best iets tegenover stellen.

Gezondheid

Veel alternatieve geneeswijzen worden niet of slechts gedeeltelijk vergoed, terwijl ze relatief goedkoop zijn. Daarom wil het Gezondheidscoöperatief met schenk-kringen gaan werken. Hierbij leggen deelnemers geld in. Al deze schenk-kringen tezamen vormen het Coöperatieve Gezondheid Fonds en vanuit dit fonds wordt dan je (eventuele) gebruik van natuurlijke geneeswijzen vergoed.

Het gaat overigens niet alleen om geld. In de kringen delen we ook informatie. Je leert er anders met je gezondheid om te gaan. Ziekte is immers een uitnodiging van het lichaam om iets in je leven te veranderen. Het is de bedoeling dat we ons blijven ontwikkelen. Als die ontwikkeling stagneert, word je ziek. In februari dit jaar begint onze eerste pilot. Hieraan doen honderdvijftig mensen mee, waaronder ikzelf.

Hoe lang ik hier nog blijf? Dat weet ik niet. Ik woon hier op een mantelzorgindicatie, dus als mijn vader overlijdt, moet ik weg. Misschien ga ik dan wel weer in een woongroep wonen, of op reis. Het kan ook zijn dat ik dit huis ergens anders neerzet. Het kan opgetild en vervoerd worden, dus in principe is alles mogelijk. Ik zie wel waar ik dan zin in heb.”

 

David Kingma (23) studeert in Wageningen en betrekt door middel van ludieke acties zijn medestudenten bij het thema duurzaamheid. Inmiddels heeft hij zijn bachelor in Bos- en Natuurbeheer afgerond. Nu volgt hij een master Bos- en Natuurbeheer én een master Biologische Landbouw.

 Het gaat niet perse om de impact die je als individu hebt

David: “Vroeger zwierf ik graag door de weilanden rondom mijn geboorteplaats Scharnegoutum. Samen met een drietal vrienden gingen we polsstokspringen en ik herinner me nog goed de kieviten die ons daarbij omringden. Ik zag hoe het landschap rondom het dorp veranderde: weilanden werden vervangen door woonwijken, kikkersloten gedempt en tegelijkertijd werden er twee nieuwe natuurgebiedjes bijgemaakt. Toen ik op de middelbare school samen met een klasgenoot een profielwerkstuk moest schrijven, kozen we weidevogels als onderwerp. Weidevogels waren toen nog niet zo in het nieuws en ik had echt het gevoel dat ik een bijzonder thema ontdekte.

Dierenvriend

Ik ben altijd een dierenvriend geweest. Herinner me nog de buizerd die ik naar de vogelopvang in Ureterp bracht. Ook realiseerde ik me al heel vroeg dat we met z’n allen de verkeerde kant opgaan. Thuis ben ik vaak ‘De groene gekkie’, maar in Wageningen val ik minder op. Het is een bolwerk van milieubewustzijn, doordat veel studies en onderzoek zich bezighouden met duurzaamheid. Dat trekt natuurlijk een bepaald type mensen aan, maar je wordt er ook door gevormd.

Binnen de duurzame landbouw zijn grofweg twee verschillende stromingen te onderscheiden: de agroecology en agronomy (hieronder valt bijvoorbeeld precisielandbouw). Er is veel discussie tussen de twee, maar er zijn ook combinaties mogelijk. Strokenteelt en voedselbossen zijn bijvoorbeeld heel arbeidsintensief. Daar zou nieuwe technologie uitkomst kunnen bieden. Denk bijvoorbeeld aan robotspinnen die alleen de rijpe appels plukken.

Zero waste

Sinds 2018 zit ik in de duurzaamheidscommissie van de studentenvereniging. We wilden dat onze vereniging duurzamer zou worden en hebben daar een veelzijdig plan met korte- en langetermijndoelen voor gemaakt. Het ging om zaken als: energie, water, afvalscheiding, enz. Vervolgens betrokken we er zoveel mogelijk mensen bij en hebben we bijvoorbeeld een energie quickscan uitgevoerd, gesubsidieerd door de gemeente.

In februari 2019 hebben we een hele week aan duurzaamheid gewijd. Dat was gaaf. We organiseerden acties als: borrelen in het donker met live muziek, een galakleding-ruil, een kookworkshop met als thema zero-waste, een vegan maaltijdpakket (recept plus ingrediënten die de studentenhuizen konden bestellen), een feest met een groen thema, enz. Ook onze huizen-challenge was een groot succes: Dat was een wedstrijd tussen studentenhuizen onderling: wie verbruikt de minste energie en wie vindt de origineelste manier om energie te besparen? We hebben daarvoor een poster met simpele tips uitgegeven. Sommige studenten gingen meteen het ijs uit hun vriezer hakken. Anderen legden gewoon alles plat om te winnen. Het was een groot succes en daarom organiseren we dit jaar weer een duurzaamheidsweek.

Later

Ik zou later graag bij de overheid of bij een idealistische organisatie als Common Lands willen werken. Dan zou ik me kunnen inzetten voor de combinatie landbouw en natuurbeheer; eigenlijk de kringlooplandbouw waar het nu steeds over gaat. Het vraagstuk hoe de natuur voedselproductie kan bevorderen en andersom, fascineert mij mateloos.

We moeten holistischer kijken naar ons landgebruik. Het is nu te veel monocultuur. Als we ons landschap afwisselender zouden inrichten, zou iedereen daarvan kunnen profiteren: de planten, dieren, het klimaat én de mens. Nu is het platteland toch vooral een agrarisch industriegebied.

Maar we staan op een kantelpunt. Iets wat onvermijdelijk frictie geeft en veel emoties losmaakt. In dat licht kijk ik ook naar de recente boerenacties. Veel mensen houden niet van radicale veranderingen. Maar die zijn niet altijd slecht. Ze kunnen juist heel positief uitpakken. Om tot échte verandering te komen moet er iets zijn dat je raakt; iets waardoor je gaat bewegen.

Individu

Ik probeer zelf zoveel mogelijk mijn steentje bij te dragen als het om duurzaamheid gaat. Daarom ben ik bijvoorbeeld vegetariër. En in mijn studentenhuis sta ik bekend als de grote afvalscheider. Elke stap in de goede richting helpt. Niet iedereen hoeft altijd aan een hele checklist te voldoen, in de strijd om een soort individueel duurzaamheidslabel. In het begin is het niet erg om hypocriet te zijn. Het gaat niet per se om de impact die je als individu hebt. Belangrijk is vooral het feit dat je onderdeel bent van een groeiende groep veranderaars. Daar kunnen partijen als de overheid en bedrijven weer op inspringen. Individuele keuzes hebben collectieve gevolgen. Dus ik wil maar zeggen: hang je jute tas niet in de wilgen als het even niet lukt!”

 

 

Tine Sietsma (62) is een belangrijke kracht achter de zadenbibliotheek. Een plek waar je kosteloos zaden kunt ruilen en lenen.

Niemand kan volhouden dat biologisch eten te duur is: er zijn voor iedereen gratis zaden beschikbaar

Tine: “We beschikken inmiddels over een ruime collectie zaden van groenten, kruiden en bloemen. Een deel hebben we geoogst in onze permacultuurtuin in Joure, maar ook veel andere tuiniers hebben hun zaden ingebracht. Daarnaast krijgen we soms overgebleven biologische zaden van bedrijven. Verder krijgen we natuurlijk terug van leners, want dat is het concept van een bibliotheek: halen en terugbrengen. Dit slaat aan want we hebben inmiddels al twaalf locaties in Friesland.

Zaden zijn een bron van leven en maken gezond en lekker eten mogelijk. Er is nu nog maar een beperkte groep volkstuiniers die beschikken over hun eigen zaaigoed, dat het juist op hun tuin goed doet. Vroeger was dit heel gewoon en werd er veel onderling geruild.

Wereldwijd claimen steeds meer bedrijven het patent op diverse zaden. Deze claims betekenen dat zij rassen gemanipuleerd hebben en dat die niet meer vrij verspreid mogen worden. Een van de gevolgen is dat er steeds minder soorten zaden zijn. Minder zaden betekent minder biodiversiteit en dat heeft gevolgen voor de insecten en vogels enz. Bovendien brengen de claims onnodige kosten mee voor de tuiniers. Wij vinden dat zaden van de Natuur zijn en dus van iedereen.

Inspanning

Wij, dat zijn voornamelijk Janet Pasveer en ik. In 2015 begonnen we in een leeg winkelpand in Joure. Dat was gezellig; een echte ontmoetingsplek. Toen er een stuk over ons initiatief in de krant verscheen, werden we benaderd door het “Voel Je Goed Centrum” in Leeuwarden. Daar mogen we nu onze voorraad neerzetten en bijvoorbeeld de zakjes vullen voor de bibliotheek. We hoeven daar niets voor te betalen: zij hebben ons als hun goede doel geadopteerd.

Om het lidmaatschap kosteloos te houden, proberen we onze onkosten te dekken met vergoedingen voor het houden van lezingen en het geven van zaailessen op basisscholen. Vooral dat laatste is dankbaar werk. Kinderen komen namelijk niet meer als vanzelfsprekend met zaad in aanraking. Bijna geen enkel kind weet bijvoorbeeld hoe diep je iets moet zaaien, hoe groot een zaadje is, of hoe lang iets moet groeien. Ik neem ook altijd wat zaden mee om te laten zien. De grootste is het zaad van een baobabboom, die heeft een doorsnee van wel tien centimeter. In vergelijking daarmee is wortelzaad, dat misschien een millimeter groot is, weer erg klein. Ik vertel graag dat ieder jaar, alle bloemen weer zaden produceren en dat uit die zaden nieuwe planten ontstaan. Het is een wonder dat respect verdient!

Moestuin

Ikzelf ben met tuinieren opgegroeid. Mijn moeder had een grote moestuin. Als ik in mijn tuin ben, geniet ik. Ik krijg er energie van. Bovendien ben ik ervan overtuigd, dat zelf verbouwd eten beter voor je is dan het voedsel van de supermarkt. Het heeft een hele andere energie. Ik vind het ook schrikbarend dat de hoeveelheid mineralen in groenten, de laatste decennia enorm is gedaald. Je moet nu een veelvoud aan groente eten, om dezelfde hoeveelheid voedingsstoffen binnen te krijgen. De voedingsmiddelenindustrie zit daar natuurlijk niet mee: die verdient bij aan voedingssupplementen.

Ik denk dat veel problemen zouden worden opgelost als iedereen biologisch ging eten.

En niemand kan volhouden dat biologisch eten te duur is: er zijn immers voor iedereen gratis zaden beschikbaar. Je kunt je eten zelf verbouwen. Zo krijg je meteen ook lichaamsbeweging, waardoor je op de sportschool kunt besparen.

Motiverend

Als consument kun je met je koopgedrag meer invloed op de landbouw uitoefenen dan je denkt. Maar je moet wel andere dingen durven eten. Een banaan is gemakkelijk en vertrouwd, maar wat denk je van een mispel, de olijfwilg bes of de akebia? Dat zijn onbekende fruitsoorten die het heel goed in onze streken doen!

De tijden veranderen en ik ben positief gestemd. Ik denk dat de jeugd toe is aan verandering. Tien jaar geleden was het nog ondenkbaar om insecten te eten. Tegenwoordig ligt er een reep met krekels bij de Ekoplaza. En denk aan de stop op het gebruik van plastic zakken. Die transitie is toch ook zonder gemopper verlopen?!

Daar komt bij dat als je eenmaal biologische, of zelf geteelde groente hebt gegeten, je na een tijdje niet meer anders wilt. Het heeft zoveel meer smaak. Eerst is het misschien even wennen, want je moet weer leren proeven, maar na verloop van tijd vind je bulkvoedsel gewoon niet lekker meer. En dat is natuurlijk heel motiverend om het anders te doen.”

Marijke Lodeweges (70) werd 30 augustus benoemd tot lid in de orde van Oranje Nassau, voor haar niet aflatende inzet als vrijwilligster voor landschap en natuur. Zo spant ze zich bijvoorbeeld al meer dan dertig jaar in voor de Stichting Gaasterlân Natuerlân.

Ze moeten weten wat het betekent als ze van die chemische bloembollen kopen, of een mierenlokdoosje

Marijke: “Ik vind dat mooi werk en ben ook graag politiek bezig. Maatschappelijke verhoudingen interesseren me en ik vind het leuk veel met mensen om te gaan. Daarnaast ben ik een idealist. Altijd geweest en ik zag ook altijd mogelijkheden mensen daarin mee te krijgen. Op de lagere school richtte ik al een natuurclub op. Het insigne dat ik daarvoor had gemaakt, zie ik nog voor me: er stond een klein boompje op. Verder werkte mijn moeder altijd in de tuin. Daar heb ik ook veel van opgestoken.

Van beroep ben ik tuintherapeut. Toen mijn man Cees en ik begin jaren tachtig een tijdje wilden stoppen met werken zijn we naar Friesland verhuisd. Daar kon je goedkoop wonen. Ik werd huismoeder en Cees, na verloop van tijd, boswachter. Natuurlijk zat ik niet hele dagen thuis. Ik deed bijvoorbeeld van alles op de school van de kinderen en draaide mee in de medezeggenschapsraad. Toen de kinderen groter werden, ging ik in de natuurvoedingswinkel van Workum werken en dat doe ik nog steeds. Het is leuk en erg goed voor mijn netwerk: alle mensen uit de buurt met dezelfde interesse doen daar boodschappen.

Bewustzijn

Ik heb het idee dat het maatschappelijke bewustzijn zich de goede kant uit ontwikkeld. Dat merk ik ook aan de klandizie van de winkel. Kwamen daar vroeger vooral ouderen om een kruidentheetje voor hun maag, nu doen jonge gezinnen er hun grote boodschappen. Het is cruciaal dat mensen goed worden voorgelicht. Ze moeten weten wat het betekent als ze van die chemische bloembollen kopen, of een mierenlokdoosje.

Ik zit bijvoorbeeld bij een groep die zich ijvert voor meer bomen in Workum. Als reactie op zo’n plan kan gemakkelijk een tegenbeweging ontstaan. Mensen maken zich zorgen over de verkeersveiligheid, of ze zijn bang voor viezigheid in de straten en op hun auto’s. Wij gaan daarom uitgebreid in op het belang van bomen, wat een boom allemaal doet voor ons leefmilieu en de biodiversiteit.

De vrijwilligers die zich in Gaasterland met duurzaamheid bezighouden zijn vooral senioren. Dat komt waarschijnlijk door het simpele feit dat die meer tijd hebben. Gelukkig zien ook steeds meer jongeren het belang van een duurzaamheidstransitie. Het zijn in ieder geval interessante tijden en we moeten alles aanpakken om de goede kant op te duwen.

Golfbaan

Stichting Gaasterlân Naturlân is opgericht in 1987, omdat we de aanleg van een golfbaan in Harich wilden voorkomen. Dat is gelukt. We waren tegen veel meer dingen. Bij wijze van positieve actie zijn we toen met de Gaasterlandse Natuurweek begonnen. Deze zomer alweer voor de tweeëndertigste keer!

We vieren de natuur met een groen en feestelijk programma voor jong en oud. De start is traditiegetrouw met de Groene Markt. Op deze markt staan inmiddels ruim vijfenzeventig kramen, waarbij naar hartenlust geproefd en duurzaam en fairtrade geshopt kan worden. Er is een kinderdorp vol leuke activiteiten, live muziek en ander entertainment. We zijn heel klein begonnen, maar nu komen er duizenden mensen op af.

De Nacht van de Nacht in het Rijsterbos is ook zo’n succesverhaal. Mensen beleven blijkbaar graag de stilte en het duister van een bos. Als extra hebben we een aantal verrassingen toegevoegd, zoals muziek, sprookjesachtige figuren en bijzondere acts.

Samenhorigheid

Sinds de jaren negentig is er helaas een polarisatie ontstaan tussen boeren en natuurorganisaties in Gaasterland. We doen ons best om deze contacten te verbeteren, maar dat is erg moeilijk gebleken. Inmiddels gaat het wat beter, maar dat komt vooral door de zandwinning. Die heeft voor een gezamenlijke vijand gezorgd.

Van rijkswege is het plan om hier, net voor de kust  in natuurgebied, op grootschalige wijze zand te winnen. Daar kwam veel protest tegen. De gemeenteraad heeft het daarom tegengehouden en nu ligt het conflict bij de Raad van State.

Het was fijn om de samenhorigheid te voelen bij deze acties. Bovendien ben ik gesterkt in mijn overtuiging dat je dus best veel kan doen, als burger. En het is nu zo ver dat we met een aantal boeren rondom de tafel zitten. We zijn nog in een voorzichtige beginfase, maar het doel is om gezamenlijk Gaasterland nog mooier te maken.”

 

Interview met Iris Bos

Iris Bos (25) is opgegroeid in Leeuwarden, maar werkt momenteel in Brussel aan een startup burgerparticipatie voor lokale overheden. Ze is vegan (spreek uit als Fiegen) en leeft dus veganistisch. Dat houdt in dat ze helemaal geen dierlijke producten eet: geen vlees, vis, gevogelte, eieren, honing en zuivel.

“Eten houdt veel mensen bezig en dat is een kans. Als consument stem je immers iedere keer als je iets koopt.”

Het begon vier jaar geleden. Ik had een bordje met kip voor me. Een klein kipje dat min of meer in zijn geheel werd opgediend. Ik herinner me nog dat het heerlijk rook, maar toch kon ik het niet opeten. Ik blokkeerde gewoon. Het was echt de aanblik van dat dier. Ik wil geen dier meer eten, realiseerde ik me. En zo werd ik vegetariër. Dat was stap één.

Waarom zou ik bijvoorbeeld wel kip eten, maar geen kat? Waarom wordt het ene beest vertroeteld en het andere, zonder dringende noodzaak, om het leven gebracht?

Toen ik vegetariër werd, at ik eerst nog wel eieren, kaas en yoghurt. Met de opkomst van het veganisme ging ik echter steeds meer nadenken over zuivel en het lot van dieren in de zuivelindustrie. Daar kwam bij dat ik steeds meer maatschappelijk en politiek actief werd. Ik ging me in het klimaatcrisis verdiepen en leerde over de enorme impact van veeteelt op het milieu. Het is echt heel belangrijk dat we anders gaan eten!

Bonenburgers

Toen ik stopte met de zuivel merkte ik dat ik geen buikpijn meer had. Daar had ik vaak last van en waarschijnlijk was dat aan een zuivel intolerantie te wijten. Deze verhoging van mijn welbevinden, maakt het gemakkelijker om mijn nieuwe levenswijze vol te houden. Bovendien ben ik heel gemotiveerd. Ik trek me het uitsterven van de diersoorten bijvoorbeeld erg aan en wil er alles aan doen om erger te voorkomen.

Wat ik wel vervelend vind, is dat ik zo’n lastige klant ben, als ik uit eten ga. De ober komt meestal een keer of drie terug naar mijn tafeltje, voor hij mijn bestelling op kan nemen. In de grote steden begint dat gelukkig te veranderen. Steeds vaker hebben ze een vegan menu.

In 2016 zat ik tussen de maisvelden in Iowa, om de presidentiële campagne van Hillary Clinton te ondersteunen. Daar heb ik maandenlang alleen maar zwarte bonenburgers gegeten. Het afgelopen najaar was ik echter in Washington en New York en dat was hemels! Ik kon overal kiezen uit heerlijke schotels met falafel, tofoe, tempeh, noem maar op!

Topsporters

Het is belangrijk dat je niet meer in een a.v.g. denkt, dus niet meer standaard: aardappel, vlees, groente. Je moet je bord anders vullen. Eerst at ik nog vaak aardappel, groente en een vleesvervanger. Inmiddels ben ik veel creatiever. Vlees is niet meer de ster van mijn bord. Ik ben allerlei groenten gaan ontdekken en eet bijvoorbeeld veel bonen. Wat dat betreft kunnen we veel van andere culturen leren. Ik maak inmiddels ook een hele lekkere vegan tosti! En niemand lacht me meer uit.

Dat is wel veranderd: een paar jaar geleden vonden sommige vrienden het al gek, als ik een tosti zonder ham bestelde. Nu appen ze me dat ze een no meat monday hebben. Het helpt ook dat een aantal bekende Nederlanders vegan zijn geworden. En topsporters. De laatsten halen meteen het argument, dat vegan niet gezond zou zijn van tafel. Ik ben hartstikke fit en neem alleen vitamine B12 als voedingssupplement.

Supermarkt

In Brussel is een grote supermarkt bij mij om de hoek, waar ik graag boodschappen doe. Je kunt daar heel veel vegan producten kopen. Bovendien doen ze niet aan plastic. Je doet je pasta of granen gewoon in een meegenomen pot of zakje. Verder kopen ze zo lokaal mogelijk in en alleen groenten van het seizoen. Deze winkel maakt voor mij een wereld van verschil. Het is zo fijn als je op een gemakkelijke manier, verantwoord inkopen kan doen! Veel meer supermarkten zouden hun assortiment op deze manier moeten aanpassen. Dan hoeft niet iedereen zo’n proces door als ik.

Eten is iets heel emotioneels. Het is geworteld in traditie, verbindt mensen, maar kan je ook juist van anderen scheiden. Mijn veganistische levensstijl houdt impliciet een veroordeling van andermans keuzes in. Mensen reageren daar op en dat is soms lastig. Maar ik merk dat ze er wel graag over praten. Eten houdt veel mensen bezig en dat is een kans. Als consument stem je immers iedere keer als je iets koopt.”

 

Interview met Johannes Bakker

Johannes Bakker (63) vloog als gezagvoerder van de KLM de hele wereld over. Toen hij op zijn zevenenvijftigste met pensioen ging en zijn agenda voor het eerst in jaren totaal open lag, besloot hij op een nieuwe manier zin aan zijn leven te geven. Hij probeert nu de handen op elkaar te krijgen voor regeneratieve landbouw.

“Om te durven twijfelen, moet je sterk in je schoenen staan.”

Johannes: “Misschien was het logischer geweest, als ik de luchtvaart had willen veranderen. Ik vloog een Boeing 747 en die verbruikt heel veel kerosine, dus ik was zelf onderdeel van een zeer vervuilend systeem. Toch zag ik in dat internationale krachtenveld geen rol voor mezelf weggelegd.
Misschien heeft mijn keuze voor de landbouw te maken met mijn achtergrond als boerenzoon. Mijn vader teelde consumptieaardappelen in Pingjum. Maar daar komt bij dat ik, juist voor boeren, perspectieven zie. Zij beschikken immers over eigen land. Ze zijn onderdeel van het probleem, maar óók van de oplossing! Misschien ben ik wel een beetje naïef, maar die naïviteit brengt me ook veel. Ik stel domme vragen en dat blijken nu juist vaak de vragen te zijn, waar het om gaat.

Oase

Het eerste kwartje viel toen ik de documentaire Groen Goud, van de Amerikaanse John D. Liu op televisie zag. Hij toont hoe in China, de lokale bevolking een enorm gebied veranderde, van een dorre, uitgeputte woestenij in een groene oase. Zonder gebruik van kunstmest, puur door biodiversiteit en ecologisch herstel. Ik wist niet dat dat kon en ging op zoek naar meer informatie.
Zo raakte ik betrokken bij een project van Commonland. Natuurmonumenten wilde duurzamer met agrariërs samenwerken en ik werd gevraagd om met ze te praten. Waarschijnlijk vanwege mijn boerenkomaf.
Tijdens die gesprekken besefte ik, dat ik met iets bezig was, wat ik eigenlijk ook altijd al in mijn werk deed. Als piloot sta je geregeld voor nieuwe situaties: er gaan machines kapot, er is plotseling mist, je bent in een land waar een staatsgreep plaatsvindt, enz. Het is dan cruciaal dat je de zaak snel overziet: wat is er aan de hand, hoeveel tijd heb ik en welke opties? Je moet goed kunnen luisteren en niet te beroerd om je eigen mening even aan de kant te zetten. Deze vaardigheden komen me nu goed van pas.

Vrijwilliger

Momenteel is de sfeer binnen de landbouwsector verhard. Mensen staan lijnrecht tegenover elkaar, maar ik vind het juist interessant ze bij elkaar te brengen. Tijdens mijn vele reizen is het me altijd opgevallen hoeveel mensen, in wezen, op elkaar lijken.
Nu is de vraag hoe we met zijn allen de planeet leefbaar kunnen houden. Dat moet kunnen. Zeker op het boerenerf. Grootmachten hebben daar relatief weinig te zeggen, dus als je boeren mobiliseert, kan er echt iets veranderen.
Ik blijf daarom, als onafhankelijke vrijwilliger, praten met boeren en andere deskundigen op landbouwgebied. Het is een ontdekkingstocht waarbij ik iedere dag iets leer.
Inmiddels ben ik tot de conclusie gekomen dat bodemleven het sleutelwoord is. Iets wat in de documentaire van John D. Liu, waar ik in het begin over sprak, ook al duidelijk werd. Een gezonde bodem is een vruchtbare bodem, die bovendien water en CO2 vasthoudt. Iets wat we allemaal graag willen. Voor een optimaal bodemleven is het van belang geen kunstmest en gifstoffen te gebruiken en geen zware landbouwmachines.

Ommezwaai

Boeren moeten geholpen worden bij deze ommezwaai en daarom wil ik ijveren voor een centrum voor regeneratieve landbouw. Regeneratieve landbouw is een overkoepelende term voor een groep biologische landbouwmethodes die mét de natuur, in plaats van ertegen, werkt. De focus ligt op het terugdraaien van ontbossing, het herstellen van aangetaste grond, het vergroten van biodiversiteit, het verbeteren van watercycli en het versterken van de vitaliteit van een gebied. Vanuit dit centrum zou iedere boer hulp op maat moeten krijgen, voor zijn of haar omschakeling.
Misschien is het nog een lange weg, maar ik merk dat er steeds meer deuren voor me open gaan. Ik zoek nooit de confrontatie op, maar blijf prikkelen, motiveren en met mijn ideeën strooien. Dit alles in de hoop dat steeds meer mensen gaan twijfelen aan ons huidige systeem, waarin we de aarde uitputten. En twijfelen is al een hele stap: om te durven twijfelen moet je sterk in je schoenen staan.”

Interview met Anita Boer

Anita Boer (53) is lerares Frans en moeder van drie kinderen. Met zorgvuldig koopgedrag hoopt ze onze wereld voor hen en de daaropvolgende generaties te bewaren. Dat gaat met vallen en opstaan, want milieubewust leven is soms duur en vaak een heel gedoe. Of valt dat wel mee?

Mijn koopzucht kan ik kwijt in de kringloopwinkel.

Anita: “Het is pas sinds de laatste jaren dat ik hier intensief mee bezig ben. In de jaren tachtig was ik ook wel bewust, maar toen de kinderen kwamen, raakte dat op de achtergrond. Ik heb het eerst nog wel met katoenen luiers geprobeerd, maar dat was te onhandig. Uiteindelijk ging ik helemaal mee in de trend van “alles voor de kinderen”. Voor mijn gevoel deed iedereen dat. Als ik bij de Action winkelde en een klein stemmetje in mijn achterhoofd piepte, dat ik toch wel erg veel troep in mijn mandje legde, suste ik mezelf: Waarschijnlijk hebben ze er wel een oplossing voor, anders lag het er toch niet?! Door alle drukte in mijn leven dacht ik er verder niet meer over na.

De kentering kwam, toen mijn zus me een linkje stuurde naar een verhaal over iemand die geen plastic gebruikte. Nadat ik dat gelezen had, ging er een knop om. Ik realiseerde me dat anders leven mogelijk is en besloot dat meteen in de praktijk te brengen.

Marseille zeep

Dat viel tegen. Ik heb slechts twee weken helemaal zonder plastic geleefd. Je kunt nog geen veganistische burger kopen, of er zit plastic om. Nu ben ik minder dogmatisch, maar ik maak bij iedere koop wel een bewuste afweging. Zo gebruik ik bijvoorbeeld geen plastic zeeppompjes meer, maar stukken zeep. Luffa sponsjes in plaats van de plastic varianten en koop ik geen kleding met lycra meer. De plastic nanodeeltjes daarvan, komen namelijk in ons milieu terecht.

Kleding koop ik sowieso alleen nog maar tweedehands en wasmiddelen maak ik zelf, van geschaafde marseille zeep. Dat is eenvoudig én heel goedkoop. Je lost gewoon tachtig gram geschaafde zeep op in vijf liter warm water. Dat bewaar je in oude flessen en gebruik je vervolgens als wasmiddel. Biologische wasverzachter maak ik van natuurazijn en een paar druppels etherische olie. Je kunt natuurlijk ook biologische wasmiddelen in de winkel kopen, maar die zitten dan weer in plastic flessen én ze zijn duur.

Schipperen

Wist je dat in shampoo synthetische stoffen zitten, die je ook voor het ontstoppen van de gootsteen gebruikt? Dat is niet goed voor je huid en ze komen natuurlijk ook in het milieu terecht. Daarom gebruik ik nu haarzeep. De kinderen heb ik ook allemaal zo’n zeepje gegeven, met de mededeling dat ik geen shampoo meer koop. Het gevolg is dat ze nu allemaal hun eigen, zelf gekochte, fles in de badkamer hebben staan. Tsja.

Ik heb inmiddels ook een natuurkapper gevonden. Ik kleur mijn haar en dat gebeurt nu met plantaardige middelen. Hierdoor en door de haarzeep zijn mijn problemen met een gevoelige hoofdhuid ook opgelost. Dat is dan weer winst!

Maar je blijft schipperen. Ik ben nu de woning aan het sauzen en heb daarvoor gewone verf van de bouwmarkt gekocht. Er bestaat een natuurvriendelijker variant, maar die is me te duur.

Toekomst

Over de toekomst ben ik pessimistisch. De wil om echt te veranderen is er blijkbaar niet. Als ik hoor waar de gesprekken op feestjes over gaan, één en al consumentengedrag: de nieuwe badkamer, stedentrips, festivals, barbeques… Soms denk ik dat mensen zich zo druk maken, om niet na te hoeven denken.

Ik begrijp dat wel, want ik ben zelf niet heel anders. Daarom heb ik nu stickers op de brievenbus, zodat ik minder reclame binnenkrijg. Dat geeft rust. Mijn koopzucht kan ik kwijt in de kringloopwinkel. Daar koop ik leuke dingen, ook als ik ze eigenlijk niet nodig heb.

Mijn dochter is veganistisch geworden. Dat vond ik een goed initiatief en om haar te ondersteunen, kookte ik de avondmaaltijden veganistisch. Inmiddels schuiven mijn man en ik ook steeds meer die kant op. Erwin was al vegetarisch, maar vegetariërs eten in de regel veel eieren en kaas. Producten die ook een grote wissel op het milieu trekken. Op zich ben ik trouwens niet tegen een stukje vlees of zo. Het probleem is dat we er met z’n allen veel te veel van eten.

Permacultuur

Een belangrijke keuze binnen ons huishouden was verder de elektrische auto. Behalve een verbeterde luchtkwaliteit, schiet je daar echter niet zoveel mee op, als je het ding niet verantwoord oplaadt. Daarom hebben we nu zonnepanelen en groene stroom van een betrouwbare leverancier.

Verder ben ik erg geïnteresseerd geraakt in permacultuur. Ik wil in Akkrum een tuin beginnen die helemaal op deze leest is ingericht. Het lijkt me geweldig als dorpsgenoten daar aan mee gaan doen. We moeten weer leren hoe we voedsel kunnen verbouwen. Alleen zo kunnen burgers weer onafhankelijk worden en ontsnappen aan het systeem dat ons nu zo in de tang heeft.”

Jetske en Douwe

Interview met Jetske de Blaauw en Douwe Bergsma

Wanneer je bij Jetske de Blaauw en Douwe Bergsma voor de deur staat, verwacht je niet dat hun huis helemaal energieneutraal is. De woning is in 1906 gebouwd, staat in het oude centrum van Akkrum en ziet er gewoon gezellig uit. Zo op het oog is bijvoorbeeld nergens een zonnepaneel te bekennen.

Toen we eenmaal besloten energieneutraal te worden, hadden we geen idee hoe we dat aan moesten pakken.

“Die zijn er wel”, lacht Douwe, “Ze liggen achter, op een speciaal gemaakt afdak. We hadden er anders geen ruimte voor en het is ook belangrijk dat ze in de juiste zonnerichting liggen. Daarnaast hebben we ook zonnecollectoren. Die zorgen ervoor dat we zomers over warm water beschikken en voor de winter is er een pelletketel. Sinds oktober 2017 zijn we energieneutraal.”

Jetske: “We wilden iets doen voor het milieu, want dat er iets moet gebeuren is ons wel duidelijk. Ik heb als vrijwilliger meegedaan in de organisatie van de Reuzedei (een jaarlijks evenement over duurzaam wonen, werken en leven in Akkrum, red.). Hierdoor kreeg ik nog meer drang om ook een bijdrage te leveren. Toen we hoorden dat de provincie subsidie beschikbaar stelde om vijftig bestaande woningen energieneutraal te maken, wilden we die kans grijpen.”

“Je maakt daarbij keuzes en het is belangrijk dat die bij je passen”, vult Douwe aan. “Zo kregen we bijvoorbeeld het advies zonnepanelen op een veranda achter huis te plaatsen. Dat vonden we hartstikke lelijk en hebben we dus niet gedaan.”

Koken

Douwe: “Ik kookte al een tijd bewust, bijvoorbeeld zonder pakjes en zakjes en met minder vlees. Vooral dat laatste was een stap, want onze zoon en ikzelf zijn echte vleeseters. Vegetariërs zullen we niet worden, maar soms een dagje zonder, blijkt best te doen. We kopen ons eten bij de plaatselijke winkels, waar steeds meer biologische producten te krijgen zijn. Toch komt het er nog niet echt van om deze te kopen.”

Jetske: “Het is een proces. Zo gaan we soms met het vliegtuig op vakantie, maar ook dat begint een beetje te knagen. Wie weet gaan we ook daarin andere keuzes in maken, ook al vermoed ik dat de vliegtuigbranche zelf volop met duurzame ontwikkelingen doende is.”

Pelletketel

Douwe: “Toen we eenmaal besloten energieneutraal te worden, hadden we geen idee hoe we dat aan moesten pakken. En eigenlijk hadden we ook geen tijd en zin om ons daar heel erg in te verdiepen. Daarom namen we een duurzaamheidsbureau in de arm. We zijn een traject van wel een jaar ingegaan, om samen uit te zoeken wat het beste bij ons en ons huis zou passen. Aardwarmte en een warmtepomp bleken niet geschikt. Ons dak en de ramen waren al geïsoleerd. We besloten uiteindelijk zonnepanelen, zonnecollectoren en een pelletketel te nemen.”

Jetske: “Als ik het over kon doen, zou ik het niet meer allemaal in één keer aanpakken. We hebben ons achteraf teveel laten leiden door die subsidieregeling. Die zouden we namelijk pas krijgen, als we helemaal energieneutraal waren. En dat helemaal energieneutraal gaan, sprak ons heel erg aan, maar dat had ook meer stapsgewijs gekund.

Zo had ik eigenlijk liever geen pelletketel gewild. Die is CO2-neutraal, maar je verbrandt toch hout dat gekapt moet worden. Liever halen we alle energie uit de wind, de zon of de aarde. Verder verbruikt de ketel meer pellets dan vooraf berekend was. Dat heeft weer te maken met het feit dat we het in de woonkamer in de winter niet behaaglijk warm krijgen. Dat is natuurlijk niet wat je wilt. We onderzoeken nu, samen met de betrokken bedrijven, hoe we dit op kunnen lossen.”

Trots

Jetske: “Je merkt dat alles nog in ontwikkeling is op dit gebied. Het is een beetje pionieren. Dat heeft leuke en minder leuke kanten. Soms maak je rare dingen mee. We moesten de netbeheerder bijvoorbeeld nog betalen voor onze gasaansluiting, terwijl we helemaal van het gas af zijn. Haal die aansluiting dan maar weg, was onze reactie. Dat weghalen bleek echter absurd duur te zijn. Zo duur dat we er niet akkoord mee gingen, wat weer allerlei gedoe met zich meebracht. Ik ben er zelfs mee in het tv-programma Kassa! geweest. Hoe het af zal lopen weten we niet. Maar er zijn meer gevallen zoals wij en we gaan ervan uit dat er wel een oplossing gevonden zal worden.”

Douwe: “Al met al hebben we geen spijt van ons avontuur en we zijn er best trots op dat ons huis én onze B&B nu energieneutraal zijn. Als je het over een periode van dertig jaar bekijkt, kan het financieel ook uit. Een ieder die hetzelfde van plan is, raad ik aan goed advies te vragen en naar de ervaringen van anderen te informeren. Bedenk goed wat je wilt en voer plannen stapsgewijs uit. Dan kun je bijsturen als het nodig is. De overheid stelt subsidies en renteloze leningen beschikbaar en het loont zeker om je daar goed in te verdiepen.”

 

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies