Tijdens het Münsterse offensief werden de schansen opnieuw getest. De riviertjes de Lende en Tsjonger en de schansen bleken een geducht obstakel. Münsterse troepen rukten eind september 1672 met tweeduizend man op naar de Blessebrugschans. Ze dreigden deze te overlopen, maar Staatse soldaten gelegerd in Wolvega wisten de aanval af te slaan.
Het volgende jaar opende Bommen Berend nogmaals de aanval. Dit keer werden dammen in de rivieren aangelegd. Maar door de droge zomer waren zowel in de Lende als de Tsjonger de waterstanden zo laag dat de troepenmacht op 24 augustus ongehinderd over wist te steken. De Bekhofschans viel, de wachten vuurden een kanonskogel af om Oldeberkoop te waarschuwen, maakten het geschut onklaar en kieperden het in de gracht. Daarna gaven ze zich over. Ook de troepen in de Blessebrugschans delfden het onderspit.
Hierdoor lag de weg naar Heerenveen en daarna Leeuwarden voor de vijand open. De kansen keerden doordat zware regenval en een stevige noordwester storm het water vanuit de Zuiderzee in de rivieren opstuwde. De waterlinie bleek eindelijk te werken. Uit angst afgesneden te raken van Steenwijk trokken de vijandelijke troepen zich op 30 augustus terug. De dreigende ramp was voorgoed afgewend. Friesland haalde opgelucht adem.