Hendrik Hero (Hein) Buisman, zoon van Roelof, staat te boek als natuurliefhebber en heeft zich ooit uitgesproken tegen het doden van talingen. Hein krijgt in 1942 de kooi van zijn vader Roelof overgedragen. Hein heeft met toenmalige kooiker Jacob van der Velde de officieuze afspraak gemaakt om de talingen met rust te laten, maar Jacob heeft deze watervogels soms stiekem toch gevangen. Door het ontstaan van het IJsselmeer komen talingen rond die periode in steeds grotere aantallen de kooi aandoen.
Latere pachter Hans Frederik Jongepier gaat zich hoofdzakelijk toeleggen op het ringen van vogels. Een deel van de ringen komt in het jaar 1956 terug. Wat blijkt is dat de vogels onder andere in Zweden, Finland, Engeland, Polen en zelfs Siberië zijn neergestreken. Hans maakt op basis van deze gegevens een belangwekkende kaart.