Eerste vermelding en oorsprong van de naam

Op de Schotanuskaart van 1685 is de kooi al ingetekend, maar de eerste aangetroffen archiefmelding dateert van 1696. Interessant is dat in een verkoopakte uit 1699 het woord ‘Kobbevlegt’ opduikt. Net als bij de Van Asperenkoai te Suwâld wordt hiermee verwezen naar een kolonie kokmeeuwen die zich rond die tijd in de buurt van de kooi heeft opgehouden. Deze kokmeeuwen hebben soms ook nog handelswaar opgeleverd. Geraapte eieren zijn bijvoorbeeld aan bakkers verkocht.

Voeding van de eenden

Voor het voeren van de eenden worden van oudsher verschillende zaden gebruikt. Zwaardere zaden zinken en worden door de watervogels opgedoken, terwijl lichtere zaden blijven drijven. Deze drijvende zaden worden vervolgens opgeslobberd. In 1803 koopt kooiker Romke Andries zogeheten ‘platsied’ in. Dit is het zaad van de heggenduizendknoop. Waarschijnlijk is dit toen ook gebruikt als voer. Diezelfde Romke Andries neemt in het jaar 1811 de achternaam ‘Kooistra’ aan, een veelvoorkomende achternaam in de toenmalige kooikerwereld.

De Castelein familie en de Kobbekoai

Arend Sipkes Castelein, een telg uit een bekende kooikersfamilie, koopt in 1909 de Kobbekoai. Hij neemt gelijk ook 750 kooieenden over en betaalt voor de gehele kooiplaats zo’n 22.000 gulden. Arend en zijn vrouw krijgen onder andere in 1914 met extreme nattigheid rondom hun woning te maken.

Het boezemwater heeft de kooi en aanpalende boerderij toen in een eilandje doen veranderen. Tijdens dergelijke hoogwaterstanden zijn de omliggende boezemlanden en zomerpolder volledig onder water komen te staan. De Kobbekoai is op dat soort momenten alleen over water bereikbaar geweest.

De brand in 1931

In februari 1931 heeft een opmerkelijke gebeurtenis plaatsgevonden. De rietmatten aan de westzijde van de kooi hebben toen vlamgevat. Op het ijs van de dichtgevroren Grutte Wielen zijn nadien laarsafdrukken aangetroffen. Het gaat hier om een geplande daad van een jaloerse kooiker uit de buurt. Dit komt niet volledig uit de lucht vallen, want Nederland bevindt zich op dat moment in zware economische tijden. Het voer was toen heel duur. De jaloerse kooiker heeft rond die tijd met tegenvallende vangsten te kampen gehad, terwijl op de Kobbekoai nog genoeg voer aanwezig is geweest. Dit verklaart het een en ander.

Help mee!

Behoud Fryslân's unieke cultuurhistorie

Help mee om de rijke cultuurhistorie van Fryslân te behouden! Samen kunnen we ervoor zorgen dat toekomstige generaties hier blijvend van kunnen genieten.

Eigendom van Mindert Evert Hepkema

In 1932 neemt advocaat en jurist Mindert Evert Hepkema de kooiplaats, inclusief 750 kooieenden en het afpalingsrecht van 1200 meter, over. Mindert gaat er vervolgens een gewoonte van maken om zijn vrienden gevangen eenden en kievitseieren cadeau te doen. Arend Sipkes Castelein is tegen die tijd nog steeds de kooiker.

Goede vangsten tijdens koude periodes

In sommige jaren heeft de Kobbekoai ontzettend goed gerendeerd, vooral in de jaren dat het erg koud is geweest. In 1937 worden op sommige dagen wel 150 à 200 vogels per dag gevangen. Dit is niet zo gek, want zogeheten land- of winterkooien hebben gewoonlijk hun beste vangsten tijdens de koude maanden. De eenden trekken dan verder het binnenland in.

Arend Sipkes Castelein als smientenspecialist

Arend kan als een echte smientenspecialist worden beschouwd. Zo lokt hij vogels naar zijn kooi met behulp van tam gemaakte smienten. Deze wilde stal vliegt regelmatig uit. Ze brengen bij terugkomst andere eenden van het veld mee naar de kooi. In het makhok zijn door Arend jaarlijks zo’n 50 wilde eenden en 50 smienten tam gemaakt. Ook heeft hij tamme krakeenden in de kooi gehad. Het aantal staleenden in deze jaren ligt tussen de 1000 en 1500. In het toenmalige pachtcontract is vastgelegd dat een dergelijk aantal zoveel mogelijk op peil moest worden gehouden.

Nieuwe pachters en veranderingen in de kooi

Arend zijn zoon Sipke komt in 1948 op de kooiplaats, maar in 1952 zegt hij zijn pachtcontract al op. De nieuwe pachter wordt Broer van Gunst. Broer heeft altijd zijn eigen korven gevlochten en heeft indertijd twee kooihondjes gehad. Ook hij heeft meegemaakt dat het landschap rondom de kooiplaats volledig onder water is gelopen. De kooiboerderij is op dergelijke momenten alleen bereikbaar geweest per boot. Net als veel kooikers heeft Broer in die tijd een klein gemengd bedrijf met een aantal stuks vee. De gevangen en gedode eenden bewaart hij in de koude molkenkelder voordat deze richting de poelier of een andere afnemer gaan.

Verkoop en herstel door It Fryske Gea

De kooiboerderij wordt in 1969 aan de gemeente Leeuwarden verkocht. Enkele jaren later gaat de boerderij tegen de grond. It Fryske Gea heeft de resten vervolgens opgeruimd en later een deel van de oude kavel met bomen beplant en bij het kooibos getrokken. De kooi met vangpijpen van het Friese type is nog een tijdje door kooikers op vrijwillige basis onderhouden. Auke de Boer, de kooiker die in 1996 de kooi gaat bestieren, heeft in zijn tijd alleen woerden van de wilde eend gevangen. Door de lage ligging van de kooi zijn in het kooibos voornamelijk vegetatiesoorten aanwezig die tegen natte omstandigheden kunnen. Een oude els met vogelhuisje vormt één van de bijzondere ecologische waarden van de Kobbekoai.

Eropuit

Waar kun je deze eendenkooi vinden?

Gebied: Ryptsjerksterpolder
  • directions_bike
  • pets
  • ice_skating
  • sailing
  • hiking
Ryptsjerksterpolder
De Ryptsjerksterpolder is een waterrijk natuurgebied vlakbij Leeuwarden dat zowel vogelliefhebbers als fanatieke schaatsliefhebbers...
Lees meer
Gebied: Grutte Wielen
  • accessible
  • pets
  • family_restroom
  • ice_skating
  • hiking
Grutte Wielen
De Grutte Wielen neemt tussen Leeuwarden en Gytsjerk een prominente plaats in. Het water,...
Lees meer