Het Duitse afweergeschut op de Waddeneilanden opende het vuur op Lancaster R5682. Met twee beschadigde rechtermotoren besloot piloot Peter Joslin koers te zetten naar Fryslân voor een noodlanding. Toen het bericht van het beschoten vliegtuig Leeuwarden bereikte, kreeg de Duitse piloot Heinz Vinke de opdracht om de Lancaster definitief uit te schakelen. Vinke was al in de lucht en toen hij het beschadigde vliegtuig op ongeveer 4700 meter hoogte zag, vuurde hij zijn wapens af vanuit zijn Messerschmitt 110 en trof doel.
Rond 02.45 uur kreeg de bemanning van Peter Joslin het bevel om het brandende vliegtuig te verlaten. Een voor een sprongen ze met hun parachutes uit het toestel. Joslin slaagde erin de bommen af te werpen, maar kon zelf niet op tijd springen en stortte neer om 02.51 uur. Twee anderen overleefden de sprong met de parachute niet. De overige vier landden veilig, maar werden gevangengenomen en brachten de rest van de oorlog door in Duitse krijgsgevangenkampen.