De verdedigingswal ligt op de grens van Fryslân en Drenthe. De wal, die al in de vijftiende eeuw is opgeworpen, was oorspronkelijk veel langer dan de huidige kilometer. Ze was begroeid met dicht, stekelig struikgewas zoals meidoorn, sleedoorn en braam. Een ondoordringbare linie met op een strategische plek een doorgang. Die plek is vlakbij het drie provinciën punt. Daar liep in het verleden de belangrijkste verbindingsroute naar Drenthe. Door de vele karren met handelswaar sleten de paden in het zand uit. Bij slecht weer waren nieuwe sporen nodig, zo ontstonden er bundels van zandpaden en holle wegen.
Tegenwoordig is de Landweer een 1.50 meter hoge wal met een bomenlint in het landschap. De wal is begroeid met gras en lage kruiden de bomen zijn voornamelijk berken en eiken die in willekeurig patroon zijn geplant.