De kemphaan staat bekend om zijn indrukwekkende voortplantingsritueel, met heuse balts arena’s. De mannetjes voeren op de toernooiveldjes schijngevechten uit om de gunst van de vrouwtjes te winnen. Hierbij hebben de mannetjes drie opmerkelijke strategieën: we onderscheiden honkmannen, satellietmannen en de recent ontdekte faar.
Op de arena proberen de donkerder gekleurde honkmannen een eigen ‘honk’ te veroveren, dat lukt niet altijd. Maar als het lukt, dan zijn ze vanaf dat honk vaak kansrijk om indruk te maken op de vrouwtjes. De witte satellietmannen veroveren geen eigen honk, maar scharrelen op en rond de arena in de hoop om op een onbewaakt moment stiekem met een vrouwtje te kunnen paren. Het zeldzame derde type, de faar, is nog maar recent ontdekt. Het zijn mannetjes die lijken op vrouwtjes en ook met andere mannetjes paren, er is echter waargenomen dat ze ook met vrouwtjes kunnen paren.
Vrouwtjes leggen hun eieren in spaarzaam beklede kuiltjes, slim verborgen in lage vegetatie. De broedtijd valt meestal in mei-juni, waarbij één broedsel met gemiddeld vier eieren wordt gelegd. Na de paring nemen de vrouwtjes de zorg voor het broedsel op zich. De jongen zijn nestvlieders die na 25-28 dagen vliegvlug worden.