Zijn eigen mand krijgt ondertussen goed vorm. Met de klomp checkt hij het formaat. “De klomp moet door de hals passen. Zo’n mand vlechten is je reinste ontspanning. Thuis zit ik vaak in de garage, tijdens het vlechten overdenk ik de wereld en kom tot mezelf.” Jan maakt tussen de 30 en 50 korven per jaar. Een vaste klantenkring neemt ze af en in oktober verkoopt hij korven op de Groene Markt van de Gaasterlandse Natuurweek. “Ik plaats ook altijd een korf in Park Olterterp, bij het hoofdkantoor van It Fryske Gea, en natuurlijk twee thuis.”
De Ureterper geeft graag nog een paar laatste tips: “Manden moeten net na 15 februari worden geplaatst. Als je de korf weer opruimt als de kuikentjes eruit zijn, gaat hij wel drie of vier jaar mee. Sommige mensen laten de korven staan omdat ze het een mooi gezicht vinden. Ook prima, maar dan is hij na twee jaar stuk. Belangrijk is ook dat je er ieder jaar nieuw nestmateriaal in legt, wat kort geknipt riet bijvoorbeeld. Doe je dat niet, dan trekt de eend het uit de mand en gaat hij kapot.”
Na ruim twee uur van buigen, binden en bijsturen is de mand af. Tevreden kijkt Jan naar het resultaat. Een ambachtelijk kunstwerk, klaar om een veilige plek te bieden aan een wilde eend.