De grond in Binnemiede- en Weeshuispolder bestaat voor een groot deel uit een veenpakket. Die grond is heel gevoelig voor insporing met trekkers en ander materieel. Waar onder natte omstandigheden bandensporen in het maaiveld worden gereden, stagneert regenwater. En dat werkt bijvoorbeeld de groei van pitrus (een storingsplant) in de hand. Zo licht mogelijk materieel gebruiken dus, maar om de percelen goed te kunnen bereiken, was een meer stevige padenstructuur nodig.
Om na het broedseizoen vlot te kunnen maaien, is het belangrijk om het water snel te laten zakken. De duikerbuizen moeten dan goed werken. En het werd tijd om oude duikers te vervangen en dammen op te knappen. Tot slot zijn er nieuwe hekken geplaatst op de plekken waar het hoge slootwaterpeil het vee niet weet te keren.
De Binnemiede- en Weeshuispolder ligt er nu weer tiptop bij voor de komende broedseizoenen.