In het Kobbelân vind je meer water. De oude petgaten zijn niet dichtgegroeid met planten, maar grote vlakten met open water gebleven. In het water zie je waterplanten zoals gele plomp en waterlelie. Ze fleuren in de zomer het wateroppervlak op met hun prachtige bloeiende bloemen. Ook hier vind je op de stripen het unieke blauwgrasland met typische soorten als blonde zegge, Spaanse ruiter en blauwe knoop. It Fryske Gea is er trots op dat dit hier nog steeds voorkomt. De oevers van de petgaten bieden een veilige plek aan verschillende vogels. Meerkoet, fuut, kuifeend en wilde eend bouwen hier graag hun nest en in het riet zie je regelmatig de rietgors, rietzanger en kleine karekiet.
Als je geluk hebt, kun je zelfs de purperreiger of de bruine kiekendief tegenkomen en de roerdomp horen roepen. Ieder jaar worden hier nestvlotjes voor de zwarte stern uitgelegd en hier wordt door deze typische moerasstern dankbaar gebruik van gemaakt. In de winter rusten hier graag watervogels als wintertaling en nonnetje.