Weidevogels en predatie

Dat we helaas te maken hebben met een erg slechte weidevogelstand valt niet te ontkennen. Volgens sommigen is en wordt deze zorgwekkende situatie vooral veroorzaakt door predatie van de jonge weidevogels. De best denkbare oplossing zou bestaan uit het afschieten van alle predatoren. Maar is dit werkelijk zo? Gaat dit lukken door het simpelweg opruimen van duizenden zilver- en kleine mantelmeeuwen, tezamen met grote zilverreigers, blauwe reigers, ooievaars, zwarte kraaien, roeken, buizerds, torenvalken, haviken en bruine kiekendieven?! En vervolgens de marterachtigen, zoals wezel, hermelijn, bunzing, steen- en boommarter en uiteraard ook de vossen te doden? En niet te vergeten alle loslopende huiskatten... 

Een vos (moer) met prooi onderweg naar haar burcht met jongen

Groene woestijnen

Het blijft lastig om emotie en ratio goed te scheiden. Maar, het is niet alleen de predatie die ten grondslag ligt aan de slechte weidevogelstand. Wij moeten ons er bewust van worden én willen erkennen, wat daadwerkelijk ten grondslag ligt aan de slechte situatie van de weidevogels! Veel weidevogels kunnen als adult (volwassene) maar amper overleven in de ‘groene woestijnen’. Weilanden zonder een gevarieerde flora, zonder insecten en nauwelijks bodemleven. Laat staan dat zij daar hun jongen kunnen uitbroeden en grootbrengen.

Zowel tureluur als grutto verblijven graag in de natte ‘plas-dras’ zomerpolders van It Fyske Gea

Geschikte habitat

In de voorbije tijden met extensieve en kleinschalige(r) landbouw en veeteelt waren er ook predatoren die ca. 25% van de jonge weidevogels opvraten. Echter, als er toentertijd 100 jonge weidevogels in een bepaald weidegebied voorkwamen, dan zijn er vandaag de dag in hetzelfde gebied nog maar 30 of zelfs minder jongen aanwezig. Nog steeds wordt rond de 25% van de jonge weidevogels het slachtoffer van predatie. Maar, nu van nog slechts een 30-tal jonge weidevogels! De achteruitgang met 70% is vooral te wijten aan het ontbreken van een geschikte habitat met voldoende voedsel en dan met name insecten. Zo zijn de kemphanen, door het gebrek aan een goede broedbiotoop, zeldzame broedvogels geworden hier. Het herstel van natte en extensief beweide zomerpolders kan daarin verandering gaan brengen.

De kemphaan is een zeldzame broedvogel geworden

Eerder genoemde predatoren leven slechts twee maanden in het jaar van weidevogelkuikens. De overige tien maanden leveren ze een belangrijke bijdrage aan het reguleren en in evenwicht houden van andere soorten in de natuur. Zoals het mede beheersen van o.a. muizen- en rattenplagen en het opruimen van zwakke en zieke dieren, waardoor de populaties gezond kunnen blijven.

Werken aan een oplossing

Het opruimen van predatoren  is ecologisch gezien een slechte zaak. Het is veel verstandiger én effectiever om aan de werkelijke oorzaken iets te doen. Laten we met z’n allen (burgers, boeren en natuurbeschermers) besluiten, om te stoppen met het gebruik van bestrijdings-, verdelgings- en gewasbeschermingsmiddelen. Laten we de weilanden weer soorten- en bloemrijk maken en bemesten met bijvoorbeeld “rûge dong” (stalmest met stro) in plaats van kunstmest. En …, wij als consumenten zullen ons koopgedrag in de supermarkten moeten aanpassen. Zodanig, dat de boeren, op een natuur inclusieve wijze én tegen een goede prijs, biologische producten kunnen produceren en ontwikkelen!

Gratis hulp voor de boer bij het bestrijden van de veldmuizenplaag in augustus 2019

Stel je vraag aan ons

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies