Over dit gebied
Het laatste stukje van een weidevogelpuzzel, dat zijn onze vier hectare in de Heanmar. Het grootste deel van deze 137 hectare wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Een klein deel was nog altijd in gebruik door een extensief werkende boer. Hij zag hier jarenlang veel jonge weidevogels opgroeien. Toen hij zijn land wilde verkopen, brak net de periode aan van grote bezuinigingen in de natuurwereld. Hierdoor dreigde een unieke kans om een bijzonder waardevol weidevogelgebied te behouden, verloren te gaan. Onze collega’s natuurbeschermers konden de weilanden niet aankopen, maar in goed overleg lukte het It Fryske Gea wel. Met financiële hulp van de Nationale Postcode Loterij werden wij eigenaar van dit weidevogelparadijsje.
Elk stapje een hapje
Vooral in het voorjaar is het druk in de Heanmar. Grutto, kievit, watersnip en veldleeuwerik zijn dan enorm druk met nestelen en broeden. Als de jongen groot zijn vinden ze beschutting in de weilanden. De weelderige bloemen trekken daarbij ook veel insecten aan. De jonge vogels zoeken gretig naar die insecten en nemen bij elk stapje en hapje. Opgroeien kost namelijk veel energie.
Oude droogmakerij bij Koudum
Een belangrijke vorm van ‘landaanwinning’ was vroeger het droogmalen van meertjes. De Heanmar is zo’n voormalige droogmakerij. In 1858 werd de Heanmar leeggemalen. De naam van dit gebied verwijst naar de uitdrukking hean lân. Ook wel laaggelegen koud schraalland genoemd. Van oorsprong heeft het gebied een rijke plantenrijkdom. In de zomer bloeien hier de echte koekoeksbloem en de grote ratelaars. Als de gele bloemen van de ratelaar zijn uitgebloeid maken ze een ratelend geluid in de wind.
De argusvlinder en het bruin zandoogje zijn dol op de nectar van deze bloemen. De vlinders fladderen in de zomer fanatiek van bloem naar bloem.
