Planten inventariseren in de Peazemerlannen

“Goedemorgen!” Herke Fokkema en Harry Waltje begroeten elkaar hartelijk. De lente is alweer een tijdje onderweg en dus begint een nieuw seizoen als inventarisatievrijwilliger. Vandaag staat een buitendijks pareltje op het programma: de Peazemerlannen. Al slalommend tussen watertjes, geulen en greppels signaleren ze alles wat groeit.

Op pad met Herke Fokkema en Harry Waltje

Herke Fokkema en Harry Waltje

“Bij dijkstrappen groeit vaak knopig doornzaad, maar ik zie het hier niet.” De mannen hebben het telgebied nog niet eens bereikt of Harry heeft zijn hoofd al naar beneden gericht. Het typeert het fanatisme van de beide vrijwilligers. “Wat dat betreft is het een rare hobby. Ik kan niet eens even normaal een fietstochtje maken, want ik moet constant afstappen om planten te bekijken,” lacht Herke.

Elk jaar krijgen ze twee telgebieden toegewezen van Mark Hilboezen, medewerker natuurkwaliteit bij It Fryske Gea. Harry: “Dit jaar inventariseren we samen een deel van Ameland en ik doe daarnaast de Bancopolder bij Lemmer. Herke heeft naast Ameland de Peazemerlannen. Daar assisteer ik hem dus vandaag bij.” Herke zal hier deze zomer nog vaker te vinden zijn, zo’n zes of zeven keer, schat hij in. “We brengen het hele seizoen aan planten in kaart, in juli ziet de wereld er natuurlijk anders uit dan nu. Tussen mei en augustus struin ik hier dus wel zo’n zes dagen om.”

Mobiele app

De pas erin richting de pier. “Dit stukje rechts van de pier is interessant. Omdat het ingeklemd zit tussen twee dijkjes is er minder stroming en is het hoger en zanderiger.” Harry wijst naar de grond: “Kijk, dit is kweldergras en dat opvallende plantje daarnaast is zeealsem. Ruik er maar eens aan, het heeft een aparte kruidige geur. Als je hier later in het seizoen komt, ruikt het nog veel sterker.”

Met de mobiele app Waarneming.nl voeren ze de vondsten ter plekke in. Het gaat om naam, aantal en locatie. “Maar we doen het niet met alle planten; alleen zeldzame soorten die op de Rode Lijst staan. En daarnaast planten die bewijzen dat het beleid en beheer van It Fryske Gea werken. Daarvoor gebruiken we een SNL-lijst. In de Peazemerlannen gaat het om ongeveer twintig soorten, bijvoorbeeld slijkgras, zeeweegbree en Engels lepelblad.”

Stoere planten

Planten op de kwelders zijn van het stoere soort. Zo nu en dan worden ze overspoeld met een flinke bak zout water. Daarnaast hebben ze te maken met sterk wisselende temperaturen, wind en stroming. Harry: “Alleen planten die in deze omstandigheden kunnen leven staan hier: zoutwaterplanten. Dat zie je ook aan de kleur, alle planten slaan grijs uit door het zout. Dat helpt ze om de zon tegen te houden.”

“Vroeger was dit een zoetwaterpolder,” legt Herke al laverend tussen de geulen uit. “Dit gebied was ingepolderd, maar tijdens een zware storm in 1973 sloeg het water een gat in de zomerdijk. Het gat dichten was te duur en zo ontstond dit bijzondere overgangsgebied tussen zeedijk en Waddenzee.”

Dat de beide mannen gepensioneerde biologiedocenten zijn is te merken: kennis overbrengen zit in hun natuur. Waar Harry al sinds de jaren tachtig inventariseert, is Herke daar twaalf jaar geleden mee begonnen.

'Na mijn pensioen wilde ik mijn plantenkennis op een nuttige manier inzetten en uitbreiden. Mijn interesse ligt vooral bij de vraag waarom een plant waar staat. Welke bodem past bij een plant, welke schimmels, hoeveel water? Door dit werk krijg je daar meer zicht op.' Herke Fokkema, Vrijwilliger bij It Fryske Gea

Invoeren in de app

Even verderop spotten de heren gewone zoutmelde. Harry: “Dit is hier op de kwelder een vrij algemeen plantje, maar als je naar heel Nederland kijkt is hij zeldzaam. Sterker nog, hij staat op de Rode Lijst.” En dus komt de telefoon tevoorschijn om hem aan te vinken in de app. Herke: “Deze schapentong heb ik vaker gezien, maar zijn familielid hoop ik altijd nog te vinden. De gesteelde zoutmelde komt voor op Ameland, dus wie weet lukt dat dit jaar.”

Op het eiland gaan ze met een groter groepje tellen. In de loop der jaren ontstond een werkgroepje van zo’n zeven man met wie ze regelmatig op pad zijn. “We tellen voor It Gea, Staatsbosbeheer en soms ook voor Natuurmonumenten. En we kiezen zelf plaatsen, bijvoorbeeld begraafplaatsen of dorpjes.”


“Hier is hij dan!” roept Herke. “De meest bekende zoutplant: zeekraal.“ Het plantje met de ziltige smaak groeit bijna in zee en is nu nog frisgroen, maar in september is het prachtig donkerpaars. “In de nazomer staat de gehele kwelder in bloei, ook de dieprode kleur van het schorrenkruid is dan bijvoorbeeld schitterend. En het kweldergras met zijn paarse bloei, maar dat begint al in juni. Eigenlijk is er altijd iets om van te genieten,” oordelen de mannen terwijl ze teruglopen.  Herke: “Ik ben ook zo benieuwd naar het achterste deel van de Peazemerlannen. Daar is het beheer veranderd; vorig jaar hebben ze het klaargemaakt voor beweiden. Wat voor invloed heeft dat op de soorten? Maar dat is voor de volgende keer!”

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies