Dikke apen, zandarenden en een opknappertje

jonge zeearenden

Kleine kinderen worden groot. Dat geldt ook voor roofvogelkuikens en dat gaat verhipte snel. Zo’n jonge havik verandert in een vier weken tijd van een onbeholpen donsballetje tot een gevederde roofpiet met alles erop en eraan. Bij de zeearend duurt het ietsje langer...

Jonge zeearenden bij Biddinghuizen (foto: Jakko Moleman, Staatsbosbeheer)

Dikke apen

Voor de camera in de Alde Feanen groeit de jonge havik als kool. Achter de camera is dat ook het geval bij de zeearend, hoewel we nog steeds niet weten of het daar om één of twee jongen gaat. Het is op afstand niet goed te zien. Voor veel andere plekken weten we dat wel. Daar staan de jonge zeearenden, veelal zes tot acht weken oud inmiddels, in hun chocoladebruine verenpak op de nestrand voor zich uit te staren, mogelijk mijmerend over lekkere karpers, ganzenkuikens of eendjes. Nog even en dan vliegen ze. Voor wie nog nooit een jonge zeearend van dichtbij zag (en dat zijn de meesten onder jullie), ze zien er wat koddig uit. Toen we in 2011 voor het eerst een jonge zeearend ringden in het Lauwersmeer en mijn collega over de nestrand keek, was zijn eerste, enthousiaste reactie: “Wat een dikke aap is dit!” En daar doen ze wel een beetje aan denken. Dikke apen zijn het als ze bijna volledig in de veren zitten, maar dan met een knoepert van een snavel.

Rondje zeearend

Niet overal waren zeearendparen dit voorjaar succesvol. Het nest in de Oostvaardersplassen zakte uit de boom, de jongen overleefden het niet. Het nest op het Vogeleiland in het Zwarte Meer leverde geen kuikens op. Het Gaasterlandse paar nabij Koudum legde vermoedelijk niet eens eieren. De ‘zandarenden’ van de Veluwe deden voor het tweede jaar op rij een broedpoging, maar opnieuw mislukte het om onbekende redenen. Op veel andere plekken zitten nu twee “apen” op het nest, zoals bij Biddinghuizen (zie grote foto), in de Dordtse (zie bovenste foto) en de Brabantse Biesbosch en in het Lauwersmeer. Onder andere de broedparen van de Slikken van de Heen in Zeeland en de IJsselmonding hebben elk één jong.

De delta als arenden-hotspot

Het gaat snel met de zeearend in Nederland. Hadden we in 2010 drie broedparen, inmiddels zitten we op bijna vijftien. Daar blijft het niet bij, want er hangen veel meer ‘koppels’ rond in ons land. De Delta van Zeeland en Zuid-Holland, inclusief Biesbosch, lijkt zowaar de hotspot te worden. Naast broedende visarenden en vier broedparen van de zeearend in de Delta en de Biesbosch hangen er meer paren rond, o.a. bij de Hellegatsplaten, Grevelingen en Markiezaat, waardoor het al gauw om zeven zeearendparen gaat. Bijzonder is het broedgeval in natuurgebied ‘Slikken van de Heen’ bij het Krammer Volkerak. Hier staat een jong mannetje op punt van uitvliegen. Zijn vader zag zelf het daglicht in de Biesbosch in 2014. Dat weten we dankzij ringonderzoek. Twee jaar later werd hij echter vergiftigd gevonden, meer dood dan levend. In het vogelrevalidatiecentrum te Zundert werd hij opgeknapt en nu is hij succesvol in het fraaie natuurgebied van het Zeeuwse Landschap. Het kan verkeren…

Zie voor meer informatie over zeearenden in Nederland ook de website van de Werkgroep Zeearend Nederland.

Stel je vraag aan ons

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies