In de uitgestrekte bossen van het prachtige Fryslân is een levendige bewoner te vinden: de grote bonte specht. Het zijn steeds minder stille verschijningen, want met hun kenmerkende luide ’tsjik’ roep is de specht steeds vaker te horen. Met hun opvallende zwarte en witte veren, en die kenmerkende rode ‘broek’, vallen ze direct op in het groen van de natuur.
De grote bonte specht is van oudsher een echte bosbewoner, maar je kunt ze tegenwoordig ook aantreffen in parken en tuinen, vooral waar diverse boomsoorten te vinden zijn. Ze hebben een voorkeur voor zachte boomsoorten zoals de berk en de grove den om hun nest in uit te hakken. Het bouwen van hun nest is een gezamenlijke inspanning van het mannetje en het vrouwtje, die samen ongeveer twintig dagen bezig zijn om een geschikte holte te maken.
Het broedseizoen begint al vroeg in april. Gedurende deze periode legt het vrouwtje ongeveer zes eieren, die vervolgens in een periode van 10-12 dagen uitgebroed worden. De jongen verblijven zo’n 20-23 dagen in het nest, waar ze zorgvuldig worden grootgebracht door beide ouders. Net voor het uitvliegen laten de jongen hun karakteristieke bedelroep aanhoudend horen.
Om zijn territorium af te bakenen, laat de grote bonte specht een luide roffel horen door met zijn snavel hard op een boom te tikken. Het liefst kiest hij hiervoor een dode tak, want dat geeft hol geluid dat luider is en verder draagt. Heel soms kiest een specht voor een lantaarnpaal of vlaggenmast, dat geeft natuurlijk een extra luide roffel! Per broedseizoen roffelt de grote bonte specht wel meer dan 10.000 keer zijn snavel tegen een tak of boomstam om zijn territorium kenbaar te maken.
Je zou denken, doet dat niet pijn? Bij de grote bonte specht niet. Hij heeft een soort sponzig weefsel zitten tussen zijn bovenkaak en schedel, die functioneert als schokdemper. Daarnaast wordt de klap ook nog opgevangen door net voordat de snavel de boom raakt, zijn spieren samen te trekken. Om zijn oogbal te beschermen, wordt het derde ooglid (het knipvlies) gesloten, net voordat de snavel de boom raakt.
Jouw hulp maakt het verschil
It Fryske Gea zet zich dagelijks in om het Friese landschap te beschermen en te behouden. Van bedreigde diersoorten tot zeldzame plantensoorten. Door natuurgebieden te beheren en te ontwikkelen, zorgen wij ervoor dat de biodiversiteit blijft groeien. Maar dat kunnen wij niet zonder jouw steun!
In It Fryske Gea
Als je geluk hebt, kun je de grote bonte specht in verschillende natuurgebieden van It Fryske Gea zien.
De grote bonte specht is een veelzijdige eter. In de lente en zomer voeden ze zich voornamelijk met insecten en larven die ze vinden onder boomschors en in verrot en/of dood hout en ze zijn ook niet vies van eieren en jonge vogels van andere soorten. In de wintermaanden schakelen ze over op zaden van sparren en dennen.
De grote bonte specht leeft het liefst in natuurlijke bossen, waar ze een overvloed hebben aan voedsel en nestplaatsen. It Fryske Gea zet zich in voor de bescherming, het behoud en ontwikkeling van dit soort gebieden. Wil je ook een handje meehelpen? Met jouw steun kunnen wij ons werk voortzetten en een fijne leefomgeving bieden voor flora en fauna, maar ook voor onze kinderen.
Help mee
Met jouw steun beheren we meer dan 60 natuurgebieden, behouden we de rijke cultuurhistorie van Fryslân en versterken we de biodiversiteit. Samen zorgen we voor een gezonde leefomgeving waar mens en natuur in balans zijn.
