Veldonderzoek in district West

In district West is de flora van de Fryske Iselmarkust in kaart gebracht. Met dank aan medewerker Henk J. Jager en vrijwilliger Klaas Ybema. Dit is interessant, omdat in 1932 de Sudersee is afgesloten en de Iselmar ontstond. Sindsdien is de flora van de Fryske Iselmarkust ingrijpend veranderd. Processen als verzoeting en ontkalking spelen hierin een grote rol, maar ook het wegvallen van de getijdendynamiek. Een aantal markante plantensoorten geven deze veranderingen goed weer. We vertellen graag meer over de ontwikkeling van flora in dit gebied!

Ree in het Murnzerklif (fotograaf: R. Meurs)

Foto: ree op het Murnzerklif (door R. Meurs)

Hoe het was

De Huitebuersterbûtenpolder was al vóór de afsluiting verkaveld en begroeid. Er lagen (en liggen nu nog steeds) strandwallen of oude Zuiderzeeduintjes. In het Fries ook wel bekend als ‘ouwers’. De rest van het onderzoeksgebied behoorde tot de Sudersee (Zuiderzee). Het betrof vooral kale zandplaten en -banken met in de bodem veel schelpenresten. Tussen de platen en de kust liep een slenk, waarin het zeewater tijdens eb en vloed af- en aanstroomde. Ze stonden bij hoog water onder water, maar vielen bij laag water gedeeltelijk droog. Vanwege de frequente overstroming met zout water waren de platen (vrijwel) onbegroeid. De afsluiting van de Sudersee beëindigde de getijden en het IJsselmeer kreeg een vast streefpeil. Hierbij zijn aanzienlijke delen van de zandplaten (vrijwel) permanent droog komen te liggen, waaronder de Warkumerbinnenwaard. Het betreft hoofdzakelijk cultuurgrasland en deels agrarisch natuurbeheer en laten we voor nu buiten beschouwing.

Hoe het nu is

In 2019 is een kartering gedaan van zogenaamde aandachtssoorten, waaronder: nationaal en provinciaal zeldzame soorten, Rode Lijst-soorten, Natura 2000-soorten, SNL-soorten en invasieve exoten. Bijzonder is dat de flora van de Fryske Iselmarkust nog nooit op deze schaal vastgelegd. Het geeft ons inzicht in de groeiplekken van de soorten in relatie tot ontzilting en ontkalking, beheer, inrichting en overige invloeden. Daarnaast is de kartering verplicht voor de verantwoording van de SNL- subsidie. We kunnen niet alle flora behandelen, vandaar een selectie van uiteenlopende soorten:

  • Addertong
  • Bijenorchis
  • Grasklokje
  • Heemst
  • Zeeaster

Addertong houdt van kalkhoudende, schralere hooilanden. De eerste officiële waarneming op de Makkumer Noardwaard was in 1988 en de laatste in 2000. In 2000 stonden van deze plant ook meer dan 500 exemplaren op de Mokkebank. In 2004 zijn 17 exemplaren geteld op de Koaiwaard en in 2019 zijn zowel op de Mokkebank als Koaiwaard duizenden exemplaren waargenomen. Ook het aantal groeiplekken is gegroeid, namelijk van één naar zes op de Koaiwaard en van vier naar zeven op de Mokkebank. Kenmerkend is dat Addertong zich beperkt tot de hogere delen in een doorgaans nat hooiland. De soort heeft hier open plekjes in de grasmat nodig.

Bijenorchis is in 2019 ontdekt en is een nieuwe soort van de Fryske Iselmarkust. Deze fraaie orchidee is de laatste decennia in toenemende mate bezig met een opmars naar vooral het westen van Nederland. Waarschijnlijk als gevolg van klimaatverandering. Het is één van de weinige orchideeën die overwintert als rozet. Dat maakt de Bijenorchis vrij kwetsbaar voor strenge winters. Oorspronkelijk kwam de soort voor in kalkgraslanden in Zuid-Limburg. De plant is in 2019 ontdekt in een bloemrijk hooiland op de Makkumer Súdwaard. Het gaat (nog) om enkele exemplaren.

Grasklokje was vroeger een algemene plant in Gaasterlân. Het is een plantensoort die voorkeur heeft voor droge voedselarme, weinig begroeide plekken. In 2019 groeiden er redelijk veel op de helling van het Murnzerklif. Verder bevindt zich een groeiplek op de Bûtenwallen bij de Huitebuersterbûtenpolder.

Heemst groeit op vrij natte, soms brakke rietruigtes en doet het goed in zonnige (min of meer stikstofrijke) omstandigheden. De soort groeit vooral langs rivieroevers en in duinvalleien. In Fryslân is Heemst oorspronkelijk alleen bekend langs de Iselmarkust (in 1934 stond de plant dichtbij de ‘zeewering’ ten westen van de Mokkebank, zo ook in 1945). Anno 2019 staat de plant nog steeds op, de westhoek van, de Mokkebank (in voormalig nat rietland) en is de soort ontdekt in de Bocht fan Molkwar! Het betreft twee verschillende groeiplekken, namelijk een boezemrietland en een stortstenendam op één van de platen.

Zeeaster is een soort die herinnert aan de Zuiderzeetijd. Ook na de aanleg van de Afsluitdijk houdt de plant nog enigszins stand langs de Fryske Iselmarkust. In 1933 stond de soort op de Mokkebank. Ook is hij in 1936 op de Warkumerplaat waargenomen. Verder zijn er waarnemingen van 1937 tot en met 1943 van de Makkumerwaarden en de Koaiwaard. Latere waarnemingen vinden onder meer plaats op de Warkumerbûtenwaard in 1981, de Koaiwaard in 1979, de Makkumernoardwaard in 1981 en de Makkumersúdwaard in 1982. In het laatstgenoemde terrein is de plant nog in 2004 gevonden. De plant groeide hier op zilte plekken samen met andere zoutplanten, waaronder Kortarige zeekraal. Deze bevonden zich op, in het kader van natuurontwikkeling, afgegraven plaatsen. Kennelijk was hier een zilte bodemlaag blootgelegd.

In 1994 wist de plant zich te vestigen op de aangelegde platen bij de Bocht fan Molkwar. De soort staat hier nog steeds, althans op één eilandje. Het betreft  slechts een handjevol exemplaren, die verspreid tussen duizendknopen en tandzaden groeien. Het gaat dus om stikstofrijke standplaatsen.

“ De laatste Zeeaster van de Fryske Iselmarkust? ”

Het gehele onderzoeksgebied was en is uitzonderlijk rijk aan zeldzame en bedreigde’ Rode Lijst’ plantensoorten. Wat dat betreft is het gebied van nationaal belang. Van de hier ooit waargenomen zeldzame soorten is echter ongeveer een vierde deel verdwenen. Het betreft hoofdzakelijk typische zeekustplanten, die door de verzoeting verstek hebben moeten laten gaan. Toch zijn er ook andere zeldzaamheden planten voor in de plaats teruggekomen. Verdwenen zijn helaas Moeraskartelblad, Moeraswespenorchis, Groenknolorchis en Kleine valeriaan.

Broedvogels van het Wilhelmina-oard

Bosrijke omgeving
In 2018 meldde vrijwilliger Jorrit Zondervan zich aan om broedvogels te tellen in de buurt van Sint Nyk. Dit werd het natuurgebied Wilhelmina-oard, een cultuurhistorisch parkbos.  Ooit was het oudste deel van Wilhelmina-oard namelijk aangelegd als een zes hectare groot wandelbos in opdracht van jonkheer van Beyma (burgemeester van Lemsterland). Een ander deel is in 1903 gesticht door freule Van Eijsinga. Dit was het buitenverblijf Wilhelmina-oord met een groot landhuis dat dienst deed als sanatorium, rusthuis, opvangcentrum en herstellingsoord voor psychosociaal zwakken. Het gebouw is tegenwoordig in gebruik bij de Stichting GGZ Friesland als herstelcentrum. It Fryske Gea heeft landgoed Wilhelmina-oard sinds 1986 in bezit en het is nu 27 hectare groot. Het bos bestaat voornamelijk uit beuken-eikenbos met Brede stekelvaren en Hulst, eiken-berkenbos met Pijpenstrootje en Sporkehout én jonge houtaanplant.

Gekarteerde broedvogelsoorten
Jorrit telde in 2019 totaal 21 broedvogelsoorten, waarvan het algemeenst: de Zwartkop met 30 territoria en Koolmees met 28 territoria. Verder vind je hier veel andere struweelvogels. Dit komt voornamelijk door de jonge bosaanplant. Alle territoria van Tuinfluiter, Fitis en Heggemus zaten dan ook in dit deel. Soorten als Grote bonte specht, Boomkruiper en Boomklever ontbraken juist weer, terwijl deze in het oude bosdeel wel voorkwamen.

Opvallend was het enige territorium van de Groene specht in de bosaanplant én de Koekoek en Appelvink in het bos. Daarnaast misten we 15 soorten die in 2013 wel vastgesteld zijn door Sovon. Dit zijn onder andere, Sperwer, Kleine bonte specht, Matkop, Grote lijster, Grauwe vliegenvanger, Boompieper, en Kneu. In 2013 waren juist de Wilde eend, Groene specht en Koekoek afwezig!

Broedvogels van de Murnzerklif en de Súdermarpolder

Ype en Tryntsje tellen sinds 2004 de broedvogels van het Murnzerklif ten zuiden van het Rysterbosk. Ook tellen ze de Súdermarpolder sinds 2008. Dit gebied ligt tegen de Iselmarkust aan bij Starum. Jaarlijks beschrijven ze de resultaten uitvoerig in een lezenswaardig inventarisatieverslag.

Murnzerklif
De begroeiing van het Murnzerklif bestaat uit begraasde, matig voedselrijke tot schrale, graslandvegetaties op de dijk en gemaaide rietlanden langs de oever. Het gebied is ongeveer 23 hectare groot. In 2019 zijn 33 broedvogelsoorten vastgesteld. Het broedvogelbestand bestaat voornamelijk uit soorten van rietlanden, zowel ruig, overjarig als waterriet.

De rietoever
Broedvogels die jaarlijks in de rietoever broeden zijn Blauwborst, Sprinkhaanzanger, Rietzanger, Bosrietzanger, Kleine karekiet, Baardman en Rietgors. De aantallen lijken voor de periode 2004-2019 vrij stabiel. De laatste drie jaar komt de Roerdomp ook als broedvogel voor in het gebied, terwijl in alle jaren daarvoor geen enkele Roerdomp is vastgesteld. In 2017 en 2018 waren zelfs twee territoria vastgesteld en in 2019 één. In 2019 is ook een territorium van de Snor geteld. De Snor komt onregelmatig voor in het Murnzerklif. De vogel had daarvoor in 2012 voor het laatst in het gebied gesnord. Hoewel ook de Koekoek niet elk jaar een vast territorium heeft, komt deze vogel meer regelmatig voor.

De oeverzone
Langs de oeverzone komen waterwatervogels als de Fuut voor. In 2019 zijn negen territoria van de Fuut vastgesteld. In vergelijking met voorgaande jaren lijkt de soort licht af te nemen. In de topjaren 2007 en 2008 waren er nog 19 territoria. Toch is de dichtheid aan Futen langs de  hele Fryske Iselmarkust bijzonder hoog en lijkt deze zeker niet af te nemen. Een nieuwe watervogel voor het Murnzerkilf is de Grauwe gans met één territorium.

Half open landschappen
In het Murnzerklif vind je naast riet en watervogels ook soorten van halfopen landschappen met ruigtes en struwelen. De algemene soorten, die hier relatief veel voorkomen, zijn: Fitis, Tuinfluiter, Grasmus en Winterkoning. Opvallendere soorten van het gebied zijn Grote bonte specht, Roodborsttapuit en Kneu.

Krooneend in de Sudermarpolder

Foto: Krooneend in de Súdermarpolder

Súdermarpolder
Het andere gebied waarvan Ype en Tryntsje de broedvogels tellen, is de Súdermarpolder. De Súdermarpolder is een voormalige droogmakerij met kruidenrijke, zilte graslanden. Het gebied is ongeveer 89 hectare groot. Het gebied had tot voor kort een grote weidevogelpopulatie. In 2019 zijn 25 broedvogelsoorten vastgesteld. De broedvogelpopulatie bestaat nog steeds uit weidevogels, maar de aantallen zijn veel lager. Van 1999 tot en met 2010 zijn tellingen bekend van Fûgelwacht Stavoren, met name van Scholekster, Kievit, Grutto en Tureluur. In 1999 was zelfs nog een broedpaar van de Kemphaan aanwezig. De vier ‘algemenere’ steltlopers zijn dramatisch afgenomen. De Grutto is bijvoorbeeld afgenomen van 73 broedparen in 1999 naar 19 broedparen in 2008 naar zes in 2019. Dit is een afname van meer dan 90 procent.

“ Zomertaling en Slobeend na tien jaar weer aanwezig ”

Ook weidezangvogels als Graspieper en Veldleeuwerik zijn sterk afgenomen. De Veldleeuwerik lijkt over het dieptepunt heen te zijn. Van 25 broedparen in 1999, naar vier in 2011 en omhoog naar 15 territoria in 2019. De positieve trend vanaf 2011 lijkt stabiel, dus zonder grote fluctuaties. De Wilde eend als typische weide-eend is zo goed als verdwenen. In 2008 waren nog tien territoria aanwezig, maar de laatste twee jaar zijn geen territoria vastgesteld. Dit komt overeen met de landelijke negatieve trend van de soort. Daarentegen zijn de laatste twee à drie jaar Zomertaling en Slobeend (weer) als broedvogel verschenen na meer dan tien jaar afwezigheid!

Vreemde eend in de bijt
In 2019 is tot verbazing de Krooneend waargenomen. Waarschijnlijk komt dit effect door de toenemende populatie Krooneend in de Iselmar. Ook het territorium van de Roerdomp in 2019 is frappant. Het territoriumstip ligt echter aan de rand van het gebied dichtbij een rietoever van de Dyksfeart.

Benieuwd naar onze overige onderzoeksresultaten?

Wij hebben ook voor de districten Noard, Midden en Súd veldonderzoek verricht en de meest in het oog springende onderzoeken en resultaten op een rij gezet. Bekijk alle inventarisaties en karteringen.

Pictogram

Wil je de Friese natuur een handje helpen?

Doe een donatie
It Fryske Gea maakt gebruik van functionele en analytische cookies om jouw ervaring op onze website te verbeteren. Door akkoord te gaan met de tracking cookies kunnen wij jou gerichte berichten over de natuur en onze activiteiten op social media en via derde partijen tonen. Lees meer over cookies