Wat eten de jonge zeearenden?

Denkend aan 2017, het jaar dat een zeearend paar voor het eerst succesvol broedde bij It Fryske Gea in het Nationaal Park De Alde Feanen. Acht jaar later staan jong nr. 15 en 16 van dit ons inmiddels zo vertrouwde zeearend paar op de drempel (nestrand) van hun leven om over enkele weken het nest te verlaten.

Laban De Alde Feanen

Zomerpolder ‘de Wyldlannen’, jachtterrein van de zeearenden (foto 7 juni 2025, Andries Dijkstra)

Veel geleerd, gezien én genoten

Dankzij de webcam kregen en krijgen we een prachtige inkijk op het zeearend leven. We zagen pasgeboren witte dons jongen met een geboortegewicht van rond de 85 gram groter en zwaarder worden, tot ze als juveniele in een donkerbruin verenpak gestoken zeearenden met een gewicht van 4 à 4,5 kilogram hun toekomst tegemoet kunnen vliegen. Dan heb je als zeearend jong dus in 11 à 12 weken je eigen geboortegewicht met een factor 50 zien toenemen. Om dit te realiseren hebben de ouders een prestatie van formaat moeten leveren. Te beginnen met het opkalefateren van het nest, het leggen en uitbroeden van de eieren én vervolgens de jongen te voorzien van voldoende en gevarieerd voedsel. Al met al is een zeearend paar daar vijf maanden mee bezig. Daarna zullen ze hun jongen nog eens gedurende eenzelfde periode bijstaan en coachen om zelf te leren jagen.

Wie deed wat?

Om een indruk te krijgen wat er moet gebeuren voordat zeearend kuikens kunnen uitvliegen, heb ik wat cijfers van de voorgaande jaren op een rij gezet.

Overzicht 2022

Van de in totaal 261 prooien werd 55% door man en 45% door vrouw zeearend op het nest gebracht. De variatie aan prooien bestond uit:

  • Gevogelte 172: 66%
  • Vis 79: 30%
  • Haas 10: 4%

Overzicht 2023

Van de in totaal 244 prooien werd 52% door man en 48% door vrouw zeearend op het nest gebracht. Hierbij de opmerking dat er toen in de laatste week voor het uitvliegen, wegens een kabelbreuk, geen data verzameld konden worden. De variatie aan prooien bestond uit:

  • Gevogelte 156: 64%
  • Vis 81: 33%
  • Haas 7: 3%

Overzicht 2024

Van de in totaal 237 prooien werd 57% door man en 43% door vrouw zeearend op het nest gebracht. De variatie aan prooien bestond uit:

  • Gevogelte 124: 52%
  • Vis 96: 41 %
  • Haas 13: 5%
  • Reekalf (1x) + NN (3x onbekend) 4: 2%

Het is de bedoeling om over een week of drie een uitgebreid overzicht 2025 te publiceren. Dit overzicht zal grotendeels vergelijkbaar zijn met de voorgaande jaren. op één prooi groep na! Want ja, dit seizoen was een soort het haasje… de haas! Vooruitlopend op het definitieve overzicht is nu al duidelijk dat in 2025 het aantal hazen op het menu is verdubbeld en rond de 10% van het totaal aan prooien bedraagt.

Haas

Blog geschreven door: Andries Dijkstra

‘Tweede Kamer aan zet om door te pakken op natuur en klimaat’

Door de val van het kabinet dreigen zeer noodzakelijke oplossingen voor natuur- en klimaatproblemen nog meer vertraging op te lopen. ‘Dat is een groot risico waar we nu voor moeten waken’, aldus Nederlandse natuur- en milieuorganisaties. ‘We hebben de natuur nodig. We hebben allemaal belang bij schone lucht, gezond drinkwater, en een plek om tot rust te komen. Het gaat niet goed met de natuur. Effectief natuur- en klimaatbeleid hebben daarom nú aandacht nodig. De kabinetsval mag geen verdere vertraging betekenen. Het is cruciaal dat er nu echt iemand op gaat komen voor de natuur, het klimaat en een gezonde leefomgeving. De Tweede Kamer is nu aan zet om door te pakken.’

Organisaties: Greenpeace, IVN Natuureducatie, IUCN NL, LandschappenNL, Milieudefensie, Natuur & Milieu, de Natuur- en Milieufederaties, Natuurmonumenten, SoortenNL, Stichting de Noordzee, Vogelbescherming Nederland, de Waddenvereniging en WWF-NL.

Positieve eerste indruk Schotse Hooglanders

Grazende hulp in de Fônejacht

Sinds april grazen vijf Schotse Hooglanders in de Fônejacht, een gebied van 13 hectare in Nationaal Park De Alde Feanen. Ze worden ingezet om op natuurlijke wijze de reuzenberenklauw te bestrijden, een invasieve plantensoort die zich snel verspreidt en andere vegetatie verdringt.

Schotse hooglanders

 

Voorzichtig positief

De eerste indruk van hun werk is voorzichtig positief. De dieren zijn actief in de delen van het gebied waar de reuzenberenklauw zich bevindt, en er zijn al plekken zichtbaar waar deze plant duidelijk is teruggedrongen. Dankzij hun wendbaarheid komen de Hooglanders op plekken waar machines minder goed bij kunnen – dat scheelt bovendien in inzet van materieel én uitstoot.

Reuzenbereklauw

Links van de afrastering waar geen Schotse Hooglanders komen en rechts, waar ze wél komen

Later dit jaar: evaluatie

Aan het einde van het jaar volgt een evaluatie van dit beheer. Dan wordt bekeken of de inzet van deze dieren voldoende effect heeft en of uitbreiding nodig is. Voor nu stemmen de eerste signalen hoopvol.

Lees meer over dit project op: www.itfryskegea.nl/nieuws-publicaties/schotse-hooglanders-alde-feanen

Biesbosch bouwt circulaire dam voor Vismigratierivier

Als je over de Afsluitdijk rijdt, zie je ter hoogte van Kornwerderzand een groot werkschip: snijkopzuiger Biesbosch. In het IJsselmeer zijn we begonnen met de bouw van de buitenste dam voor de Vismigratierivier. Ruud Kromwijk, projectmanager bij Van Oord, legt uit waar deze nieuwe dam voor dient, hoe we deze bouwen en waarom dit indrukwekkende werkschip nodig is.

Sterke dam om de rivier te beschermen
“De nieuwe dam omringt de toekomstige rivier en beschermt deze tegen wind, golven en stroming. Dit is noodzakelijk, omdat het rivierdeel voornamelijk uit zachte zandlichamen zal bestaan. Het water in de rivier zal met het getij stijgen en dalen. De dam dient ook als afscheiding, zodat brak water niet in het zoete IJsselmeer komt,” legt Kromwijk uit. De dam sluit aan op andere delen van de Vismigratierivier, zoals de groene westflank, en maakt daarmee de contour van het project af.

Biesbosch nodig voor compacte IJsselmeerbodem
“We bouwen de dam met zand uit de IJsselmeerbodem. Een normale zandzuiger zou moeite hebben om het materiaal los te krijgen, omdat de bodem hier zeer gepakt is. Daarom gebruiken we snijkopzuiger Biesbosch,” geeft Kromwijk aan. De snijkopzuiger woelt de bodem los met een graafwiel en zuigt het zand op. Dit zand wordt vervolgens door een drijvende leiding naar het sproeiponton gepompt, dat op de locatie van de toekomstige dam ligt. Kromwijk: “We spuiten het zand onder water, laag voor laag, in het profiel van de dam. Daarna bedekken we de zanddam met breuksteen, zodat het zand niet weg kan spoelen.

Een circulaire dam van ‘eigen bodem’
Net als bij andere delen van de Vismigratierivier maken we voor deze dam zoveel mogelijk gebruik van grondstoffen uit de omgeving. Kromwijk legt uit wat hiermee wordt bespaard: “We halen 400.000 kubieke meter zand uit de bodem van het IJsselmeer en gebruiken dit direct voor de Vismigratierivier. Hierdoor hoeven we geen grondstoffen aan te kopen en te vervoeren. Dit bespaart ongeveer 400 scheepvaartbewegingen, of 18.500 vrachtwagenbewegingen.” Daarnaast helpt het de migrerende vissen, omdat gebiedseigen materiaal dezelfde geur en smaak heeft als de omgeving. Nieuwe geuren en smaken zou de vissen kunnen afschrikken.

Toonaangevend voor Nederlandse waterbouw
“De Vismigratierivier is een prachtig en toonaangevend project voor de Nederlandse waterbouwsector. We laten zien dat behoud van zoetwater en natuurherstel samen kunnen gaan. Het zet Nederland echt op de kaart. We doen dit allemaal voor de vissen, zodat zij straks dwars door de Afsluitdijk kunnen migreren van en naar het Rijndelta-systeem en verder. Van Oord draagt daar letterlijk en figuurlijk een steentje aan bij,” licht Kromwijk trots toe.

Van Oord rondt het werk aan de nieuwe dam in de zomer van 2025 af. Daarna volgt nog één belangrijke stap in de bouw: de aanleg van de slingerende rivier en een zogenaamd afsluitmiddel, waar provincie Fryslân naar verwachting in 2026 mee zal starten.

Afbeelding en video door  Hans den Hartog

Wie het kleine niet eert…

‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd!’ Tijdens een vaarexcursie in de afgelopen week door het Nationaal Park de Alde Feanen moest ik denken aan dit spreekwoord.

De Alde Feanen

De zomerpolder op 24 mei 2025, daar waar het zeearend paar broedt omringd door veel, heel veel zowel bekende als onbekende diersoorten en vegetatie (foto: Andries Dijkstra)

Wat we zien én niet zien…

Tijdens de vaarexcursie voeren we langs de kleurrijke zomerpolder waar het ons bekende zeearend paar hun twee jongen grootbrengt. Daar waren o.a. zingende rietzangers, rietgorzen, veldleeuweriken, gele kwikstaarten en jodelende wulpen te zien én horen. Maar deze fraaie, geliefde en min of meer bekende diersoorten zouden daar niet te bewonderen zijn zonder de
aanwezigheid van talloze kleine, kriebelende, vaak als vies ervaren en niet populaire, onbekende beestjes. Eigenlijk gaat het hierbij om onvoldoende kennis over tal van onbekende, minder tot niet opvallende diersoorten, die wél van cruciaal belang zijn voor het in stand houden van een gezond ecosysteem. Als het daar mis gaat, dan gaat het ook mis met het voortbestaan van alle door ons zo gewaardeerde fraaie, fluitende vogelsoorten en aaibare reeën. En … als het daar mis gaat, dan gaat het overigens ook mis met het voortbestaan van onze eigen soort, de homo sapiens!

Wat wél en juist niet te doen?

Het is van vitaal belang om meer kennis te vergaren en dus meer aandacht te hebben én onderzoek te doen naar alle vormen van biodiversiteit. En dat lukt niet door drastisch te gaan
bezuinigen op de budgetten voor de Nationale Parken in ons land! Het huidige kabinet wil 24 miljoen bezuinigen op de Nationale Parken, nota bene de belangrijkste natuurgebieden van Nederland. Juist deze plekken zijn onmisbaar voor educatie, gezondheid, verbinding en een leefbare toekomst. In de Nationale Parken leren, werken en genieten miljoenen
mensen van de natuur. Als deze onbezonnen en heilloze bezuiniging doorgaat, raken we veel meer kwijt dan alleen geld. Dan verliezen we niet voor altijd de natuurbeleving, maar bovenal de kansen en kennis op een gezond voortbestaan voor ons allen! Dus … kom in actie en laat van je horen! Teken de petitie en red onze Nationale Parken! In Nederland hebben we twintig Nationale Parken waar de kostbare bijzonderheden van de Nederlandse natuur nog aanwezig en te bewonderen zijn. Denk daarbij aan duinen, getijden gebieden, laagveen moerassen, bossen, heide, beekdalen en nog veel meer. Gezamenlijk beslaan de parken zo’n 120.000 hectare en dat klinkt als veel, maar is feitelijk minder dan 3% van het Nederlands grondgebied! Inwoners van Nederland … denk je eens in, nog minder dan 3% … daar ga je toch niet ook nog eens op bezuinigen?! Nee, dat ga je juist koesteren, beschermen en steeds meer waarderen … wees welkom en ga mee om te genieten!

Bloeiende weide

De zomerweide zoals het moet zijn, vol met bloeiende vegetatie, insecten én een rijk bodemleven! (foto: Andries Dijkstra)

 

Blog geschreven door Andries Dijkstra

Kracht van het Noorden kan in de herkansing

Voorlopig komt er geen Lelylijn, maar wat dan wel? Landschaps- en natuurbeheerders roepen de drie noordelijke provincies op om daar een goed plan voor te bedenken.

Nu de financiering van de Lelylijn op losse schroeven staat, dreigen we in het Noorden met lege handen te komen te staan als het gaat om investeringen vanuit het Rijk. Want de noordelijke lobby hiervoor was volledig opgehangen aan de Lelylijn. Opnieuw doen de natuurorganisaties daarom een oproep aan de noordelijke bestuurders: kom met een integrale visie op Noord-Nederland.

Ruim twee jaar geleden presenteerden de noordelijke natuurorganisaties de visie ‘De kracht van het Noorden’. In eerste instantie was het een reactie op de plannen voor de Lelylijn. De noordelijke bestuurders vonden de Lelylijn hét breekijzer voor een betere toekomst voor Noord-Nederland.

De natuurorganisaties zagen dat toch iets anders. Het risico van inzetten op de Lelylijn in combinatie met grootschalige woningbouw zou ertoe kunnen leiden dat Noord-Nederland meer en meer op de Randstad gaat lijken. Wij zagen destijds kansen om een breed gedragen visie op Noord-Nederland te maken, waarin de specifieke en onderscheidende kwaliteiten van de drie noordelijke provincies versterkt zouden worden. Zoals de prachtige natuur, de variatie in gave landschappen, de sterke landbouwstructuur en de aanwezigheid van rust en ruimte en bijbehorende vrijetijdseconomie.

Gemiste kans

Op dit moment wordt in drie provinciehuizen aan nieuwe provinciale omgevingsvisies gewerkt en hierbij wordt nauwelijks verder gekeken dan de provinciegrenzen. Dat vinden wij een gemiste kans. Er is veel wat ons in het Noorden bindt en dat vraagt om een gezamenlijke ruimtelijke visie.

Hetzelfde geldt voor water. Op dit moment is de waterhuishouding van Noord-Nederland in belangrijke mate afhankelijk van de wateraanvoer vanuit het IJsselmeer. Scenario’s laten zien dat de vraag naar zoet water in Noord-Nederland fors zal stijgen als gevolg van klimaatverandering (droogte) en zeespiegelstijging (verzilting). Tegelijkertijd neemt het aanbod van IJsselmeerwater sterk af door verminderde aanvoer vanuit de Rijn.

Noorden kwetsbaar

Noord-Nederland is zeer kwetsbaar als we er niet voor zorgen dat we minder afhankelijk worden van het IJsselmeerwater. Dit risico geldt voor de natuur en zeker ook voor de landbouw en de drinkwaterwinning. Gelukkig is het Noorden gezegend met een grote grondwatervoorraad in het Drents Plateau. Als we alles op alles zetten om deze voorraad grondwater te vergroten en optimaal te benutten, kunnen we de afhankelijkheid van IJsselmeerwater fors verminderen. Ook dat vraagt om een benadering die de grenzen van waterschappen en provincies overstijgt.

Nu de Lelylijn op een zijspoor is gezet, krijgen de provinciale bestuurders een herkansing om met een integrale en breed gedragen visie te komen op het Noorden. Een visie die uitgaat van een regio waar het ook voor komende generaties goed wonen, werken en leven is en die van grote meerwaarde is voor de BV Nederland.

Dit opiniestuk, geschreven voor Marco Glastra (Het Groninger Landschap), Sonja van der Meer (Het Drentse Landschap) en Henk de Vries (It Fryske Gea), verscheen op 26 mei in de Leeuwarder Courant. Mede namens de noordelijke collega’s van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Natuur en Milieufederaties.

Chris Bakker nieuwe directeur It Fryske Gea

Het bestuur van It Fryske Gea heeft Chris Bakker benoemd als nieuwe directeur. Met ingang van 1 oktober 2025 volgt hij Henk de Vries op. Bakker brengt ruime ervaring mee op het snijvlak van natuurbeheer, beleid en maatschappelijke samenwerking. Met zijn benoeming kiest It Fryske Gea nadrukkelijk voor iemand die de sterke inhoudelijke basis van de organisatie verbindt met actuele maatschappelijke vraagstukken als biodiversiteit, klimaatverandering en sociale cohesie.

Chris Bakker

Toekomstperspectief voor Fryslân

Bakker ziet zijn nieuwe rol als een mooie en betekenisvolle uitdaging: ‘De Friese natuur staat onder druk, maar er is hoop – vooral als we nu in actie komen. De afname van biodiversiteit, verminderde verbondenheid tussen groen en mensen en de zichtbare gevolgen van klimaatverandering zijn zorgwekkend. Tegelijkertijd voelen veel mensen een groeiende behoefte om bij te dragen aan het aanpakken van deze grote maatschappelijke vraagstukken. Die behoefte is begrijpelijk, maar het lijkt op wereldniveau vaak moeilijk om echt verschil te maken. Juist daarom is het waardevol dat dit wél kan in onze eigen provincie. Het geeft ons werk betekenis, nu meer dan ooit. It Fryske Gea staat midden in het landschap én de samenleving. Dankzij kennis, een sterk netwerk en grote betrokkenheid kunnen we op eigen schaal het verschil maken – en perspectief bieden voor de toekomst dichtbij huis.’

Hij vervolgt: ‘We beschermen natuur en erfgoed door het zelf aan te kopen en te beheren. Het gaat goed met onze gebieden en gebouwen. We doen het samen: leden, vrijwillige medewerkers en professionals werken betrokken en deskundig aan hetzelfde doel. Onze gebieden zijn van waarde voor mensen: de natuur helpt de gevolgen van klimaatverandering op te vangen en bij ons kun je je thuis voelen in It Fryske Gea, tot rust komen en gezond blijven.’

‘Met mijn ervaring in het verbinden van natuur en samenleving én de liefde voor het Friese landschap, wil ik hier als directeur op voortbouwen. Ik zie ernaar uit om dat samen met onze mensen, leden en partners in Fryslân te doen.’

Bestuur ziet toekomst met vertrouwen tegemoet

Het bestuur van It Fryske Gea is blij met de opvolging van De Vries. Voorzitter Janny Vlietstra spreekt haar vertrouwen uit in de nieuwe directeur: ‘Met Chris Bakker krijgen we een betrokken en deskundige directeur. Hij brengt zowel strategische visie als bestuurlijke ervaring mee en weet wat er speelt in het veld. Zijn vermogen om mensen en belangen te verbinden past uitstekend bij de koers die wij als organisatie willen varen.’ Volgens Vlietstra wil It Fryske Gea met de komst van Bakker zijn rol als natuurbeschermer, erfgoedbeheerder en maatschappelijke verbinder verder versterken.

Over Chris Bakker

Chris Bakker (geboren in 1975) is een ervaren bestuurder en natuurliefhebber met een brede achtergrond in natuurbeheer, ecologie en beleid. Hij studeerde biologie en werkte eerder onder andere bij Het Utrechts Landschap. De afgelopen jaren was hij Adjunct-directeur van It Fryske Gea. In zijn loopbaan heeft hij zich ingezet voor het verbinden van ecologische waarden met maatschappelijke ontwikkelingen, altijd met oog voor de kracht van samenwerking. Bakker voelt zich sterk verbonden met het Friese landschap en de gemeenschap.

Nestgeur…!

In figuurlijk zin bedoelen we daarmee de vertrouwde geur van het gezin en huis waar men vandaan komt en opgroeide. Voor de zeearend jongen zou dit eveneens van toepassing kunnen zijn, maar zeker ook in de letterlijke betekenis van het woord … de geur op het nest!

Vliegende zeearend

Hygiëne op het nest

Inmiddels wordt het nest ruim vier weken bewoond door twee hongerige zeearend jongen. Op de nestrand liggen prooiresten, braakballen en sporen van ontlasting. En zulks in combinatie met warm en zonnig weer …, dan kan het haast niet anders dan dat er sprake is van ‘nestgeur’ in de letterlijke betekenis van het woord. De zeearend ouders nemen met regelmaat de karkassen van de prooien (hazen, meerkoeten, etc.) weer mee van het nest om deze ergens in de polder te droppen. Ook wordt er frequent vers plantaardig materiaal aangevoerd en de nestbodem doorwoeld. Toch maak ik mij geen illusies dat het daar op het nest, althans voor de menselijke reukzin, ontzettend stinkt! Maar dit vormt voor de jonge zeearenden geen enkele belemmering om te groeien als kool en zich gezond te kunnen ontwikkelen totdat ze sterk genoeg zijn om hun vertrouwde nest te verlaten.

Kunnen vogels ruiken?

Tot medio de vorige eeuw waren veel ornithologen (vogeldeskundigen) er van overtuigd dat vogels niet konden ruiken. Maar dat bleek na gedegen wetenschappelijk onderzoek toch anders te zijn. De meeste vogels hebben twee neusgaten (spleetjes) aan de bovenkant van de snavel. Via deze gaten komen de geuren naar binnen en worden getransporteerd naar een hersenkwab die hun reukzin bepaalt. De mate waarin vogels kunnen ruiken verschilt per soort. Hoe groter de genoemde hersenkwab, hoe beter ze kunnen ruiken en de geur detecteren. Zo hebben de aaseters onder de vogels genoeg aan een paar moleculen van het gas (een organische zwavelverbinding) wat vrijkomt uit een vers lijk, om die vervolgens als voedselbron op te kunnen sporen. En ja, hoewel de zeearenden momenteel uitsluitend verse, net gedode, prooien aanvoeren, zijn het eveneens aaseters die goed kunnen ruiken! Ik denk dat zij de geur van de nog aanwezige prooiresten op het nest zeker niet als vervelend en onaangenaam ervaren. Het zou best eens kunnen zijn dat zij die geur ervaren, zoals veel mensen de geur van gefrituurd voedsel weten te waarderen!

Nest zeearend

 

Impuls voor natuur en beleving op kwelder Peazemerlannen

Kwelders zijn belangrijke gebieden voor broed- en wadvogels. Daarnaast leveren ze een waardevolle bijdrage aan de biodiversiteit, het afremmen van de golven en de opslag van CO2. De Peazemerlannen is de kwelder in de Waddenzee bij Peazens-Moddergat. Dit bijzondere natuurgebied kent ook een rijke cultuurhistorie. De afgelopen jaren heeft It Fryske Gea binnen het programma Wij&Wadvogels het gebied optimaal ingericht voor broed- en wadvogels én aantrekkelijker gemaakt voor dorpsbewoners en bezoekers. Met de opening van de mini-expositie Kwelders Friese Waddenkust in Museum ’t Fiskershúske en de presentatie van de online belevingsroute Peazemerlannen werd het project vandaag officieel opgeleverd.

Henk de Vries, directeur It Fryske Gea: “Kwelders zijn bijzondere broed- en rustgebieden voor vogels. Tegelijkertijd willen we dat mensen de natuur, het landschap en de cultuurhistorie kunnen beleven. Dit project heeft die balans verbeterd: meer beleving bij het dorp, meer rust voor de vogels verder van het dorp”.

Rust voor de vogels aan de oostkant

Aan de oostkant is de kwelder afgesloten voor publiek, het broedeiland hersteld en het watersysteem verbeterd. Zo vinden broed- en wadvogels meer rust en voedsel. Het broedeiland en de betonnen sluisjes zijn vernieuwd. Hierdoor kan het waterpeil in de kwelder worden geregeld. Bij droogte kan er meer water in het gebied worden gebracht en bij hoogwater stroomt het zeewater makkelijker weg. Doordat het broedeiland weer door water is omringd, kunnen predatoren zoals de vos er moeilijker bij. Natuurliefhebbers kunnen op afstand vanaf de zeedijk van de vogels genieten.

Begrazing voor variatie

De kwelder is nu zo ingericht dat vee een deel van de kwelder kan begrazen. Het vee eet hoog opgaande grassen op, waardoor ruimte komt voor meer kwelderplanten, zoals zeeweegbree, zilte schijnspurrie en lamsoor. In deze lage vegetatie broeden ook meer kwelderbroedvogels.

Uitwaaien aan de westkant

Aan de westkant, bij het houten hoofd, konden dorpsbewoners en bezoekers alleen heen en weer over de strekdam of de oude, bitumen dijk wandelen. It Fryske Gea heeft aan het eind van de dijk een voetgangersbrug geplaatst waardoor een rondje door de kwelder terug naar het dorp kan worden gemaakt. De aanpassing van deze route is één van de uitkomsten van overleg  met omwonenden.

Verhalen komen tot leven

In de Peazemerlannen zitten veel verhalen verborgen. Over de visserij, het vee en de slikwerkers van vroeger tot de bijzondere vogel- en plantensoorten en wat er bij het beheer van de kwelder komt kijken. Deze verhalen zijn te lezen in een online belevingsroute. Daarbij vertellen mensen uit de omgeving en professionals in vijf podcasts wat zij op de kwelder beleven. Zij laten de bezoekers met heel andere ogen naar het gebied kijken. De belevingsroute is vanaf vandaag te bekijken én te beluisteren via www.itfryskegea.nl/beleefdePeazemerlannen.

Belang van de kwelder

It Fryske Gea is de trotse beheerder en eigenaar van de kwelder van de Peazemerlannen. Ook op andere plekken langs de Waddenzee beheert de vereniging kwelders die een belangrijke rol hebben in de opslag van broeikasgassen en de bescherming van het land tegen een rijzende zeespiegel. Het verhaal van de Friese kwelders wordt uitgelegd in een mini-expositie die t/m oktober 2025 in Museum ’t Fiskershúske in Moddergat is te zien.

Panorama Kwelders Friese Waddenkust

Samenwerking en financiering

De werkzaamheden en de belevingsroute en de expositie zijn onderdeel van het programma Wij&Wadvogels. Daarnaast ontving It Fryske Gea een privéschenking en een bijdrage van het Cultuurfonds, de Hedwig Carolinastichting en Stichting Van Panhuys voor de realisatie van dit project. De expositie en belevingsroute is een samenwerking met Museum ’t Fiskershúske.

Wij&Wadvogels

Binnen Wij&Wadvogels werken zeven natuurorganisaties samen aan het herstel van gezonde vogelpopulaties in het Waddengebied: Het Groninger Landschap, It Fryske Gea, Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Vogelbescherming Nederland en de Waddenvereniging. Wij&Wadvogels wordt financieel mogelijk gemaakt door het Waddenfonds, het Investeringskader Waddengebied, het ministerie van LVVN, de provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen, Beheerautoriteit Waddenzee en Rijkswaterstaat.

Logo WaddenfondsFiskershuske

Zondag 25 mei open dag in De Alde Feanen

Eropuit in de Alde Feanen

Nationaal Park De Alde Feanen is sinds 2006 officieel een Nationaal Park. Om stil te staan bij de prachtige natuur en de rijke geschiedenis van het gebied, is er een landelijke feestdag in het leven geroepen: de Dag van het Nationaal Park. Kom jij het samen met ons vieren in het Informatiepunt Nationaal Park De Alde Feanen in Earnewâld op 25 mei? We vieren dit samen met Het Nationaal Park en IVN Natuureducatie. Er valt van alles te beleven deze dag. Van leuke kinderactiviteiten tot wandel- en vaarexcursies zodat jij zelf het Nationaal Park kunt ontdekken.

Datum: zondag 25 mei, van 10:00 tot 16:00 uur
Locatie: Informatiepunt Nationaal Park De Alde Feanen

Maak kennis met het Nationaal Park!

Tijdens de dag maak je op een (inter)actieve manier kennis met het Nationaal Park en enkele van haar bewoners. Leer meer over de historie van de skûtsjes bij de stand van het Skûtsjemuseum of leer over de libelles tijdens een toffe excursie! Er is van alles te beleven voor jong en oud(er). De (vrijwillige)medewerkers vertellen graag over de historie en de natuur van het gebied.

Excursies

Vaarexcursies
Maak kennis met het gebied middels een korte vaarexcursie van 1 uur, we varen met excursieboot de Blaustirns van It Fryske Gea en praam De Fergees van de Wartenster.
Vaartijden (duur 1 uur): 11:00, 12:30, 13:30, 14:00, 15:00 en 15:30 uur

Wandelexcursies libellen
Maak kennis met één van de bewoners van het gebied; de libelle. Leer over de vele soorten die in het gebied leven. ’s Ochtends organiseren we een excursie voor volwassenen. ’s Middags speciaal voor de kleine avonturiers vanaf 5 jaar en hun (groot)ouders.
Volwassenen: 10:30 tot 12:30 uur
Jeugd: 13:00 tot 14:00 uur en 15:00 tot 16:00 uur

Uilenballen pluizen
In 45 minuten ontdek je wat uilen eten, door het zelf pluizen van een uilenbal. Super interessant!
Starttijden: 10:15 en 13:15 uur

Mini-lezingen
Leer meer over de reeën en zeearenden in De Alde Feanen door het bijwonen van een korte, interactieve lezing van 30 minuten.
Reeën in De Alde Feanen: 11:15 en 14:15 uur uur 
Zeearenden in De Alde Feanen: 12:30 en 15:00 uur 

Kom op tijd

Tijdens de open dag gebruiken we voor de excursies een inschrijfsysteem. Kom op tijd om een plekje te reserveren. Deelname aan de activiteiten is gratis met uitzondering van de vaarexcursies. Hiervoor vragen we een bijdrage van €5,- per persoon.

Tijd Activiteit Duur
10:15 Uilenballen pluizen (vanaf 5 jaar) 45 min
10:30 Wandelexcursie libellen (volwassenen) BESTEL TICKETS 2 uur
11:00 Vaarexcursie met de Fergees 1 uur
11:15 Mini-lezing: Reeën in De Alde Feanen 30 min
12:30 Vaarexcursie met de Fergees 1 uur
12:30 Mini-lezing: Zeearenden in De Alde Feanen 30 min
13:00 Wandelexcursie libellen (jeugd) 1 uur
13:15 Uilenballen pluizen (vanaf 5 jaar) 45 min
13:30 Vaarexcursie met de Blaustirns 1 uur
14:00 Vaarexcursie met de Fergees 1 uur
14:15 Mini-lezing: Reeën in De Alde Feanen 30 min
15:00  Vaarexcursie met de Blaustirns 1 uur
15:00 Mini-lezing: Zeearenden in De Alde Feanen 30 min
15:30 Vaarexcursie met de Fergees 1 uur

Volop natuurplezier in #mynfryskegea. Kom jij ook?

Gezin Alde Feanen