Het krijgsverloop van de Friese waterlinie
De Friese Waterlinie in de Stellingwerven en Opsterland moest de opmars naar Leeuwarden en de overige Friese steden verhinderen. Een ring van schansen en laag gebied dat onderwater kon worden gezet, golden als belangrijkste verdediging. De meeste schansen waren voorzien van stervormige aarden wallen en grachten en lagen langs handelsroutes en belangrijke doorgangswegen en vaarten. Ze zijn eind zestiende eeuw opgeworpen tijdens de Tachtigjarige Oorlog met de Spanjaarden. Nog geen honderd jaar later speelden ze opnieuw een cruciale rol als laatste verdedigingslinie tegen het leger van Bommen Berend.
Het krijgsverloop
De Fransen vielen aan vanuit het zuiden, de Engelsen bedreigden met een zeevloot de havens en de bisschoppen van Münster en Keulen staken met hun huurlingenleger de oostgrens over. De ene na de andere vesting viel ten prooi aan de vijand. De Staatse troepen waren getalsmatig ver in de minderheid en maakten geen schijn van kans tegen de oprukkende legers. De prins-bisschop van Munster, Bernhard von Galen, had zijn zinnen gezet op Groningen en wilde na de verovering van Coevorden een snelle doorstoot forceren.
Bij de belegering van de stad maakte hij gebruik van zware artillerie. De kanonnen vuurden dag en nacht vele duizenden stinkbommen, granaten en gloeiende kogels af op de stad Groningen. Zijn voorliefde voor zwaar geschut leverde de bisschop de bijnaam Bommen Berend op. Ondanks het overwicht in materieel en soldaten hield Groningen stand en staakte Von Galen op 17 augustus 1672 het beleg. Die dag wordt nog altijd gevierd als het Gronings Ontzet. De bisschop gaf niet op en opende de aanval op de Friese Waterlinie om door te stoten naar de Waddenkust. Hij wilde een bruggenhoofd vormen voor de landing van Engelse troepen. Zover is het gelukkig voor de nog prille Nederlandse staat nooit gekomen.
Friezen verschansen zich achter een linie
Tijdens het Munsterse offensief kon Friesland terugvallen op haar oude verdedigingslinie uit de Tachtigjarige oorlog. Het Rampjaar betekende de eerste serieuze test van de Friese Waterlinie. De riviertjes de Lende en Tsjonger en de schansen bleken een geducht obstakel. Munsterse troepen rukten eind september 1672 met tweeduizend man op naar de Blessebrugschans. Ze dreigden deze te overlopen, maar Staatse soldaten gelegerd in Wolvega wisten de aanval af te slaan. Er vielen vijftig doden aan Munsterse kant en dertig aan Staatse zijde.
Het volgende jaar opende Bommen Berend andermaal de aanval. Dit keer werden op last van Albertine Agnes van Oranje dammen in de rivieren aangelegd. Maar door de droge zomer waren in de Lende als de Tsjonger de waterstanden zo laag dat de troepenmacht op 24 augustus ongehinderd over wist te steken. De Bekhofschans viel, de wachten vuurden een kanonskogel af om Oldeberkoop te waarschuwen, maakten het geschut onklaar en kieperden die in de gracht. Daarna gaven ze zich over. Ook de troepen in de Blessebrugschans delfden het onderspit.
De weg naar Heerenveen en daarna Leeuwarden lag voor de vijand open. De kansen keerden doordat ware regenval en een stevige noordwester storm het water vanuit de Zuiderzee in de rivieren opstuwde. De waterlinie bleek eindelijk te werken. Uit angst afgesneden te raken van Steenwijk trokken de vijandelijke troepen zich op 30 augustus schielijk terug. De dreigende ramp was voorgoed afgewend. Friesland haalde opgelucht adem. De aftocht verliep wanordelijk zoals blijkt uit een ooggetuigenverslag: ‘In dese retraite (red. bedoeld wordt de Blessebrugschans) reden veel van hare wagens in de slooten, verscheydene vielen met wagen en paarden van de brug in ’t water en verdronken.’
Leestekens in het landschap
De schansen vertellen niet alleen een spannend historisch verhaal, ze zetten ook de schijnwerpers op het landschap. De gekozen plekken voor de verdedigingswerken lagen op zandruggen of beschermden wegen door moeilijk begaanbare veenmoerassen zoals langs de Lende. Het zijn markante leestekens die het waard zijn te behouden. De Blessebrugschans aan de middeleeuwse Gravineweg tussen Wolvega en De Blesse is in 2010 door Wetterskip Fryslân en It Fryske Gea zichtbaar gemaakt.
Volop anekdotes
De strijd rond de schansen levert heel wat mooie vondsten op. Zo is bij het uitgraven van de meander bij de Kontermanbrug recent een kanonskogel aan de oppervlakte gekomen. Geert Lantinga vertelt dat er een wachtpost bij Oldeholtpade aan een doorwaadbare plek in de Lende was waar volgens een verslag in de Haarlemse Courant uit 1673 schermutselingen zijn geweest. ‘Alleen bij de Blessebrugschans en dan pas een stuk verder ter hoogte van De Hoeve en bij de Bekhofschans konden reizigers, en ten tijde van oorlog de soldaten, de toen nog veel bredere en kronkelende Lende oversteken. Logisch dat daar versterkingen zijn aangebracht.’ Dat daar in augustus 1673 slag is geleverd is volgens hem dan ook zeer aannemelijk.
In 1979 is op de Bekhofschans een nog redelijk gaaf kanon gevonden dat is opgeknapt en nu alweer jaren de entree van Oldeberkoop siert. Het is heel goed mogelijk dat dit het kanon is waarmee volgens bronnen de omwonenden zijn gewaarschuwd vlak voordat de Munsterse troepen het verdedigingswerk innamen. Ook elders langs de waterlinie op de plekken waar schansen lagen zijn archeologische vondsten gedaan. Een mooie anekdote is dat de Bekhofschans haar naam dankt aan het feit dat een van de wachtposten op de schans bij het naderen van de vijand zijn hoofd te ver boven de wal uitstak. Een schutter vuurde en de kogel raakte de pijpenkop waar de soldaat juist de brand in had gestoken. ‘Dat was bij de bek ‘of’, zouden zijn historische woorden zijn geweest. Lantinga kan er smakelijk om lachen. ‘Een mooi verhaal, dat het waard is door te vertellen. Mensen vinden het altijd weer prachtig.’ De werkelijkheid is waarschijnlijk minder fantasierijk. ‘Ik heb wat onderzoek gedaan en Bekhof duikt op meerdere plekken in Nederland op. Ook als familienaam.’
Rampjaar in de spotlights
Een afgewende ramp verdient brede aandacht. 350 jaar nadat een invasiemacht van buitenlandse heersers de Verenigde Nederlandse Republiek binnenvielen, zijn er tal van lezingen, verschijnen er historische publicaties en zijn er tochten langs de linies met verhalenvertellers. Een paar krenten uit de pap: Op 28 oktober vertelt publiciste Sunny Janssen in Heerenveen over haar boek Albertina Agnes, de vrouw die Friesland redde. Meindert Schroor belicht in zijn voor 2023 aangekondigde publicatie de rol van de Stellingwerven en de Tsjonger en de Lende in de strijd tegen vreemde heersers. Hij vertelt daarover op 24 juni 2023, als het 350 jaar geleden is dat de Friese Waterlinie haar nut bewees. Ook zijn er fiets- en bustochten met gidsen en vertellers langs de Friese schansen, tentoonstellingen, een zeventiende-eeuwse markt en een re-enactment evenement. Bekijk hier het programma.